En nu ‘kringlooplandbouw’ nog nader invullen!
De afgelopen periode heeft de NAV zich verdiept in de kringlooplandbouw en deelgenomen aan een aantal bijeenkomsten omtrent het thema kringlooplandbouw. Een nieuwe wijze van landbouw uitoefenen of kenden we het al vanuit het verleden? En wat zijn de speerpunten van de NAV bij de invulling van dit begrip?
Landbouwgeschiedenis
In de geschiedenis blijkt dat zaken zich herhalen, zij het soms met een andere insteek en kringlooplandbouw is hiervan een voorbeeld. In de 19e eeuw was nagenoeg geen kunstmest voorhanden en moesten de boeren het land met dierlijke mest vruchtbaar maken en houden. Begin van de 20e eeuw werd in de landbouw ook een vorm van kringlooplandbouw toegepast, het ‘gemengd bedrijf’. Waarbij de boer naast akkerbouw ook diverse vormen van veehouderij kende (kippen, varkens, koeien enz.), afval- en reststromen beperkte en probeerde een gesloten keten na te streven. Na de Tweede Wereldoorlog was het Sicco Mansholt, de eerste Landbouwcommissaris van de Europese Unie, die stelde dat er om nooit meer honger te kennen, voldoende voedsel tegen een lage prijs beschikbaar moest komen. De focus kwam hierdoor op zo efficiënt mogelijk produceren. In de praktijk resulteerde dat in een continue schaalvergroting (met verdere specialisaties), bijbehorende stijging van de productiviteit maar daardoor ook een laag saldo voor de geteelde gewassen. Dit systeem van landbouw lijkt de houdbaarheidsdatum te passeren met het oog op duurzaamheid maar ook in het licht gezien van de klimaat- en waterkwaliteitseisen (welke ook door de Nederlandse overheid zijn ondertekend). Door het nu gevoerde beleid dreigt de huidige landbouw de bodem uit te putten en de biodiversiteit te verminderen.
Kringlooplandbouw
In 2018 heeft minister Schouten haar visie gepresenteerd voor de toekomstige landbouw: de kringlooplandbouw. Doel van deze wijze van landbouw is het minimaliseren van afval, het beperken van de uitstoot van schadelijke stoffen (nutriënten en CO2) en het terugdringen van het gebruik van chemicaliën (gewasbescherming en kunstmest) binnen een afgebakend geheel (perceel, bedrijf, regio, land, continent of wereld). Ook dient de kringlooplandbouw een goed inkomen voor de boer op te leveren, iets waar de NAV al jaren voor strijdt.
De discussie over de invulling van de kringlooplandbouw is in het veld volop losgebrand. Het lijkt vooralsnog een containerbegrip te zijn waarin een ieder wel in enerlei vorm enige van zijn wensen kan invullen. Kijken we echter naar de regelgeving waar we heden ten dage mee te maken hebben (en aan moeten voldoen), dan is dat een bord spaghetti met de wet ammoniak, Richtlijn Nationaal Emissieplafond (NEC), Natura 2000, besluitvorming huisvesting, besluit gebruik meststoffen, Kader Richtlijn Water (KRW), Actie Programma Nitraat (AP), gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), besluit landbouwmilieubeheer, omgevingsvergunning, klimaatbeleid etc. Dus een woud aan regelgeving met vaak onderlinge tegenstrijdigheden en diverse (semi)overheden als handhaver (gemeente, provincie, waterschap, overheid, EU etc.). Wil de kringloopgedachte kunnen slagen dan zal een vereenvoudiging van de wet- en regelgeving noodzakelijk zijn.
Vrijhandelsverdragen en plantaardig eiwit
Ook spelen de handelsverdragen een belangrijke rol in de handel en wandel van grondstoffen en producten. Deze verdragen worden veelal tussen landen en groepen landen afgesproken. Echter ook deze verdragen belemmeren de kringloopgedachte. Een sprekend voorbeeld hoe het niet moet is de afspraak tussen Juncker (EU) en Trump (VS) over de soja en auto’s: de EU neemt meer soja van de VS af en mag in ruil daarvoor meer auto’s aan de VS leveren. In de nieuwe kringloop gedachte is het juist wenselijk dat de Nederlandse akkerbouwer plantaardig eiwithoudende gewassen teelt welke tot veevoer of andere producten verwerkt kunnen worden en op deze wijze de genoemde import kan vervangen. Bovendien kan dit leiden tot een grotere biodiversiteit. Als eerste stap in het kader van de kringloop pleit de NAV dan ook voor een importheffing op plantaardig eiwit en de EU zoveel mogelijk als gebiedsafbakening voor de toekomstige kringloop.
Mestwetgeving en kunstmestproductie
De KRW, het AP en het klimaatbeleid richten zich op het beperken van emissies naar water (N en P) en atmosfeer (N en CO2). Een stelling die veel ter tafel komt in het kader van de kringloopgedachte is dat kunstmest moet worden verbannen en vervangen door mest. Dit is een nobel streven, echter zolang de huidige KRW en AP regelgeving het gebruik van fosfaat (en stikstof) aan banden legt kan de akkerbouwer in de praktijk niet alle gewenste nutriënten aanvoeren middels mest. Met name zal N-kunstmest aangewend moeten kunnen worden om de gewasbehoeftes af te dekken en in situaties waarin dierlijke mest niet kan worden toegepast. De vraag rijst dan ook in hoeverre de handhavers bereid zijn de regels aan te passen, met name een verruiming van de P-gebruiksnormen. Bij de KRW mag men van de EU de doelen bijstellen wanneer men denkt dat de (deels eigen) huidige gestelde eisen niet kunnen worden waargemaakt. De NAV pleit al jaren voor een versoepeling van het P-beleid en misschien is het nu vanwege de kringloopgedachte het juiste moment voor invoering van de verruiming. In de discussie omtrent het in de ban doen van kunstmest vergeet men dat kunstmest welke nu met fossiele brandstof wordt geproduceerd, ook middels groene energie kan worden vervaardigd wat tevens past binnen het klimaatbeleid. De NAV is dan ook een voorstander van het produceren van kunstmest middels duurzaam opgewekte energie. Ook worden akkerbouwers met een pluimveetak vaak er mee geconfronteerd dat ze de pluimveemest (veel P) moeten afvoeren naar een verbrandingsoven. Deze wijze van vernietiging matcht ook niet met de kringloopgedachte en het klimaatbeleid. Tevens is minerale fosfaat eindig en dient men in de toekomst juist verspilling van dit mineraal middels verbranding te voorkomen.
Restmaterialen
De door de akkerbouw afgeleverde producten laten na verwerking ook allerlei restmaterialen achter. De NAV is voorstander van hergebruik op de akkers (minimaliseren afvalstromen) maar dan moet dit geen risico voor de teelten met zich meebrengen.
Komende maanden zal de discussie omtrent de kringlooplandbouw worden voortgezet, maar ook de discussie over herziening van het mestbeleid, wat ook een belangrijke rol speelt in de kringloopgedachte, gaat door. De NAV brengt overal waar mogelijk haar standpunten in, zodat de uiteindelijke invulling zo goed mogelijk past binnen de akkerbouwpraktijk. Belangrijk is daarbij dat er binnen de EU wel een gelijk speelveld blijft!