Heffing op kunstmest van de baan
Minister Schouten van LNV heeft middels een Kamerbrief verschillende beleidsdoelen wat betreft bemesting voor de komende tijd naar buiten gebracht. Deze doelen liggen vooralsnog ter inspraak en moeten nog door het parlementaire proces. Voor de akkerbouw zijn een aantal zaken relevant. Het meest in het oog springt het voornemen om geen heffing op kunstmestgebruik in te stellen. Onze lobby daarvoor is gehoord en de minister erkent dat onder de huidige bemestingsgebruiksnormen er al maximaal dierlijke mest wordt gebruikt binnen de fosfaatnorm. De daaraan gekoppelde stikstof is te gering om in de akkerbouw tot optimale oogsten te komen. Daarnaast hebben we aangegeven dat mogelijke mestscheiding, om daarmee wel fosfaat naar het buitenland te exporteren maar niet de stikstof, leidt tot voor akkerbouwers ‘waardeloze’ mest met maar zeer beperkte hoeveelheid organische stof.
In de kringloopgedachte voor mest is het natuurlijk wel van belang dat de veestapel in Nederland op een behoorlijk niveau blijft, want anders ontstaat er een mesttekort voor de plantaardige productie. Daarnaast blijft de NAV pleiten voor meer mogelijkheden voor organische bemesting door verhoging van de fosfaatbemestingsnorm. Inherent hieraan is ons pleidooi om boer-boer transport in de kringloopgedachte te vergemakkelijken.
Vanwege de problematiek van de stikstofuitspoeling op de zuidelijke zand- en lössgronden, is het kabinet voornemens om bij scheuren van grasland voor de teelt van maïs en consumptie- en fabrieksaardappelen de stikstofnorm met 65 kg/ha te verlagen om daarmee te voldoen aan de nitraatrichtlijn. Gelukkig is hiermee de verplichting voor een vanggewas na aardappelen op deze gronden vanwege de late oogstdata vervallen.
In deze Kamerbrief zitten ook nog maatregelen verscholen op grond van het Zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn om afspoeling van nutriënten te voorkomen. Hiervoor wil de minister maatregelen treffen om in ruggenteelten door middel van drempels of sleuven rondom percelen afspoeling te voorkomen. Met name bij de frequenter voorkomende clusterbuien zijn dit theoretische methoden; juist dan is horizontale afvoer van overvloedig regenwater broodnodig om de gewassen te redden. Daarnaast is het idee van dammetjes in aardappelruggen voor selectie in pootaardappelen een zeer onaangename arbeidstechnische beperking! Ook het na een bui weer herstellen van de drempels en dammetjes in de rug is op de schaal van de akkerbouw niet uitvoerbaar. Ook de samenhang met bijvoorbeeld greppels in (veenweide)grasland of riooloverstorten in bebouwde gebieden ontbreekt.