De Tweede Kamer heeft zich in een rondetafelgesprek laten informeren over gewasbescherming. Eind november kwamen de evaluatie van het Uitvoeringsprogramma (UP) Toekomstvisie Gewasbescherming, een WUR-rapport over alternatieven voor glyfosaat en diverse Kamerbrieven uit. Op 20 november was er een debat over gewasbescherming. Zoals altijd rond een Kamerdebat verschenen er ook nog allerlei berichten in kranten. En tenslotte heeft het Ctgb de toelatingseisen aangescherpt. Indien een middel in drie opeenvolgende jaren normoverschrijdingen in water vertoont wordt de toelating nader bezien.

Het rondetafelgesprek

In het rondetafelgesprek kwamen in het gedeelte met experts o.a. Geert de Snoo, hoogleraar milieukunde in Leiden en de BO Akkerbouw aan het woord. André Hoogendijk van de BO heeft uitgelegd dat de sector met het Actieplan Plantgezondheid hard werkt aan minder emissie en minder residuen en dat daarbij ingezet wordt op geïntegreerde teelt. Hij pleitte er daarbij net als Ruud Tijssens van Agrifirm voor dat telers hun gebruik registreren en ook onderling vergelijken. Bovendien kunnen telers zo ook laten zien dat ze aan vergroening werken. De Snoo wees er op dat er dan niet alleen naar kg/ha moet worden gekeken, maar naar milieu-impact. In de EU wordt gewerkt met de Harmonised Risk Inidicator, die zowel naar gebruikte kg/ha als naar schadelijkheid kijkt. T.o.v. de ‘nulmeting’ in 2015-2018, die op 100% gesteld is, zitten we nu in Nederland op 55%. Dat betekent dat we 45% reductie hebben behaald, terwijl het doel in Farm to Fork 50% in 2030 was. Erg jammer dat dit soort goede nieuws zo weinig aandacht krijgt in de pers!

Evaluatie UP Toekomstvisie Gewasbescherming

Dit UP is een samenwerkingsproject tussen het ministerie van LVVN, ketenpartijen en LTO en aan LTO gelieerde belangenbehartigers. Er is indertijd nog getracht om het Actieplan Plantgezondheid van de BO Akkerbouw er mee te integreren, maar dat is afgehouden. De NAV neemt actief deel aan het Actieplan, maar is geen partij in het UP van het ministerie. Wat blijkt uit de evaluatie van het UP: er is procesmatig wel het nodige te verbeteren. Er gebeurt te weinig, niemand voelt zich eigenaar en de samenhang is onvoldoende duidelijk. De resultaten zijn getest in 16 indicatoren, maar het merendeel vertoont geen duidelijke verbetering sinds 2020. Er is dus nog werk aan de winkel.

Alternatieven voor glyfosaat

Op verzoek van het ministerie heeft WUR gekeken of er alternatieven zijn voor glyfosaat. Ze onderscheiden de verschillende toepassingen en of deze systematisch of incidenteel zijn. Voor zaken als kwijtraken groenbemester in het voorjaar zijn er wel alternatieven. De WUR erkent wel dat de alternatieven ofwel duurder, ofwel minder milieuvriendelijk zijn ofwel een negatief effect hebben op andere doelen en dat ze soms niet inzetbaar zijn vanwege het weer. Het voorbeeld van de combinatie van niet-kerende grondbewerking, goed voor het klimaat, met glyfosaat tegenover ploegen om wortelonkruiden weg te krijgen wordt ook genoemd. De conclusie van minister Wiersma is dat er voor lang niet alle toepassingen nu al alternatieven zijn die net zo goed zijn als glyfosaat zonder afwenteling op andere doelen. Met name voor de bestrijding van aardappelopslag en wortelonkruiden zijn er nog geen alternatieven.

Wiersma heeft helaas wel het voorstel voor wetswijziging van Adema voor advies naar de Raad van State gestuurd. In dit voorstel wordt geregeld dat de minister een middel of toepassing kan aanwijzen waarvoor alleen alternatieven mogen worden gebruikt. Er staan wel allerlei voorwaarden in voor die alternatieven, maar geen enkele grondslag voor de keuze welk middel op deze manier wordt verboden. De NAV vindt dit echt niet kunnen, dit geeft alle toekomstige ministers ongekende macht om een willekeurig middel of toepassing aan te wijzen. Dat is echt niet democratisch! We hebben dit aangekaart bij diverse Kamerleden en Flach (SGP) heeft hier in het debat van 20 november een vraag over gesteld. Het antwoord van de minister was dat het feitelijk een voorstel was wat alleen over glyfosaat zou gaan, maar dat glyfosaat niet wordt genoemd in de wet en dat dus een wetswijziging ook breder moet zijn, omdat deze moet aanhaken in de bestaande wet. Wij zijn er net als de SGP niet gerust op dat dit goed afloopt en houden het verdere verloop nauwlettend in de gaten.

Kamerdebat

In het Kamerdebat hadden verschillende Kamerleden zorgen over het kleiner wordende middelenpakket. Nijhof-Leeuw (PVV) pleitte voor het goed gevuld houden van de gereedschapskist en ziet dat de voedselzekerheid onder druk staat. Zij drong aan op toelating van meer groene middelen. Holman (NSC) wilde bepaalde toepassingen van glyfosaat aan banden leggen, maar wees wel op de waarde voor de bestrijding van wortelonkruiden. Flach (SGP) had zoals gezegd vragen over de wetswijziging. Vedder (CDA) is het eens met de beleidslijn naar doelsturing en in het verlengde daarvan pleitte zij er voor om bv. bij normoverschrijdingen een middel alleen regionaal te herbezien en niet nationaal. Zij wilde ook meer capaciteit op het UP Toekomstvisie Gewasbescherming en drong aan op snelle toelating van nieuwe veredelingstechnieken zoals CRISPR-Cas. Ook Pierik (BBB) wil dat. Hij wees er op dat voedselzekerheid als te vanzelfsprekend wordt gezien en dat boeren te negatief worden beschouwd. Hij vond het ook kwalijk dat er wordt getwijfeld aan de beoordeling door het Ctgb. Van Campen (VVD) wil veel striktere voorwaarden voor toelating en betere monitoring van het gebruik. Hij vond dat het Ctgb te veel dossiers heeft en drong er op aan dat de aanvragen beter worden verdeeld over de Europese instanties. Bromet (GL-PvdA) hield een heel pleidooi tegen glyfosaat en wil dat er meer gedaan wordt tegen normoverschrijdingen in het water. Grinwis (CU) vreesde voor vaker spuiten met hetzelfde middel nu er minder middelen zijn toegelaten en daarmee voor resistentieontwikkeling. Hij pleitte voor eenvoudigere toepassing van KUG (Kleine Uitbreiding Gewasbescherming) omdat veel teelten internationaal gezien niet interessant zijn om daarvoor speciaal middelen te ontwikkelen. Met de KUG-regeling kan een middel wat in een groter gewas is toegelaten gemakkelijker worden toegelaten in een klein gewas. Grinwis wees er ook op dat alternatieven voor glyfosaat vaak slechter zijn voor klimaat. Kostic (PvdD) wil een heffing op gewasbeschermingsmiddelen en dat er bij de toelating beter wordt gekeken naar cumulatieve effecten.

Minister Wiersma heeft nogmaals haar vertrouwen uitgesproken in het Ctgb en de Europese toelatingsautoriteit EFSA. Volgend jaar wordt in het toetsingskader ook stapeling van middelen meegenomen. Zij komt volgend jaar met een lijst van teelten die nu gevaar lopen door wegvallende middelen. Ook worden de mogelijkheden bekeken om etiketten aan te passen aan precisielandbouw, zodat er met bv. een spotsprayer met een hogere dosis pleksgewijs mag worden bestreden. Er komt ook een financiële impuls voor doelsturing. Tenslotte gaf de minister aan dat zij zal kijken naar de KUG-regeling.

Conclusie NAV

Naast de zorgen over de veiligheid van gewasbeschermingsmiddelen zien wij tegenwoordig wel meer aandacht voor voedselzekerheid en de noodzaak van het behoud van een voldoende breed middelenpakket in de Kamer. De NAV vindt het goed dat de minister in het algemeen vasthoudt aan de wetenschappelijke beoordeling, maar we zijn het niet eens met de voorgestelde wetswijzing.