De volumeafspraken in het EU-suikerbeleid van de toekomst moeten beter. Dat bepleit de NAV. De NAV wil het huidig EU-suikerbeleid continueren maar ook een belangrijke verbetering aanbrengen. Naast leveringsrecht vanuit een voorkeursbehandeling zouden de ACP- en MOL-landen ook leveringsplicht moeten hebben.

De Europese Commissie stelt voor om ca. 500.000 ton surplussuiker (oogst 2010) in de EU om te zetten in quotasuiker. Aanleiding is het te verwachten tekort in de EU van ca. 300.000 ton suiker vanwege minder importen als gevolg van hogere wereldmarktprijzen ten opzichte van de EU-prijzen. Een belangrijke weeffout in het huidige EU-suikersysteem komt dit jaar aan het licht.

Schoen wringt
Europa heeft een belangrijke volumeafspraak met de Europese suikertelers d.m.v. het suikerquotastelsel dat ca 85%( vertegenwoordigt 13 miljoen ton suiker) van de huidige EU-consumptie betreft. De overige 15% komt van buiten de EU: de ACP (voormalige koloniën) en MOL (minst ontwikkelde landen). Ze kunnen zonder EU-invoerheffingen ca. 3,5 miljoen ton suiker exporteren naar de EU. Deze landen hebben wel een voorkeursrecht, maar geen leveringsplicht. En daar wringt de schoen bij de huidige hoge wereldmarktprijzen. Ze hebben geen leverplicht en leveren nu dus niet aangezien ze elders de suiker kunnen verkopen voor een hogere prijs. Het is een geluk dat er in de EU nog voldoende surplussuiker is, want anders zouden de EU-suikerafnemers moeten kopen op de duurdere wereldmarkt. 

Stabiliseren
Om het toekomstig EU-suikersysteem verder te stabiliseren en om de grondstofvoorziening veilig te stellen (iets waar de Europese suikerafnemers ook sterk voor pleiten) ligt het volgens de NAV voor de hand om de ACP- en MOL-landen naast prijsgaranties te geven, met hen ook volumeafspraken met verplichte levering te maken. Het lijkt aannemelijk dat hier gemakkelijk afspraken over gemaakt kunnen worden. De ACP- en MOL-landen genieten een voorkeurspositie wat betreft export van suiker naar de EU zodat ze hun suikerproductie kunnen continueren en de EU is verzekerd van de suikerlevering. Een andere optie zou kunnen zijn dat het Europese quotum flexibel aangepast wordt indien er minder suiker geïmporteerd wordt, zoals dit jaar het geval is. Daarbij moet gehandhaafd blijven dat het Europese quotum minimaal 85% blijft van de totale suikerconsumptie in de EU.

Exportvolume
Vervolgens heeft Europa (volgens de WTO) nog te maken met een maximaal exportvolume van 1,3 miljoen ton. Hoewel sommige belanghebbende partijen aandringen op verruiming, is het maar de vraag of dat niet het draagvlak van het huidige EU-suikersysteem ondermijnt. Het huidige volume biedt de EU al een behoorlijke ruimte van 10% om surplussuiker te exporteren als de wereldmarkt hier interessant genoeg voor is.

Doorschuiven
De optie doorschuiven blijft ook in de toekomst een belangrijk instrument om aan volumebeheersing te doen en om fluctuaties in de opbrengsten op een rendabele manier op te vangen. De NAV kan zich niet vinden in de manier waarop Cosun bietentelers in oogstjaar 2011 verplicht om de eerst geproduceerde hoeveelheid surplussuiker (0-7%) voor € 25, – per ton af te rekenen. Net als in de voorgaande twee jaren hoort de mogelijkheid van doorschuiven bij de teler te liggen. Zeker nu de graanprijzen voor oogst 2011 stukken hoger liggen, is een bietenprijs van € 25, – veel te laag ten opzichte van graanteelt. Het enige wat de Nederlandse bietenteler resteert, is scherper dan ooit op het quotum bieten te telen.

NAV, 7 maart 2011