In het Agrarisch Dagblad van 28 november verklaart ZLTO-voorzitter Antoon Vermeer dat men de smalle marges in de voedingstuinbouw alleen maar te lijf kan gaan met verticale integratie. Hij ziet met lede ogen aan dat tuinders zich vooral richten op horizontale krachtenbundeling. Dat lost het probleem niet op, meent Vermeer. De Nederlandse akkerbouw Vakbond (NAV) denkt dat de ZLTO-voorman hier een ernstige denkfout maakt. Eerst de krachten van telers bundelen is namelijk een essentiële voorwaarde om tot duurzame samenwerking in de keten te kunnen komen op basis van gelijkwaardigheid.

De te smalle marges beperken zich niet tot de tuinbouw. We zien dat bijvoorbeeld ook bij consumptieaardappelen, varkensvlees en melk. Aan afnemerszijde hebben zich sterke concentraties voorgedaan. Er zijn slechts vier multinationaal opererende spelers over in de verwerkende aardappelindustrie over. En aan telerszijde? Vrijwel iedere teler onderhandelt individueel met de afnemer. Dat heeft ertoe geleid dat de afnemer de contractvoorwaarden en de prijs bepaalt. De afnemer beschikt over juristen, marktanalisten, mensen die de aardappelmarkt van minuut tot minuut volgen en bekwame inkopers die getraind en gemazeld zijn. Wil verticale integratie succesvol zijn, dan zullen we eerst als telers onze krachten moeten bundelen. De tuinders hebben dus groot gelijk dat ze eerst streven naar horizontale samenwerking.

De stelligheid waarmee Antoon Vermeer horizontale bundeling van producenten in de tuinbouw afwijst en ze stuurt richting verticale bundeling, is het oude denken van de vorige eeuw: Je moet als primaire producten in de keten integreren om meer rendement van je product te krijgen. Toch is het boerenbelang, een faire prijs voor het product, geen item voor de andere schakels in de keten. We snappen dat Vermeer denkt op het niveau van de agribusiness. Dat is zijn netwerk en daar heeft hij het nodige in opgebouwd. Hij is een kundig bestuurder. Maar is dit werkelijk wat telers in de primaire sector in de huidige tijd het meest nodig hebben? Dat vragen we ons af.

Het is de hoogste tijd voor nieuw denken op basis van samenwerken tussen producenten. Wat is er mis met het krachten bundelen van telers zodat ze samen sterk zijn en ze een serieuze en gelijkwaardige partner kunnen zijn voor afnemers? Wat is er mis mee dat telers gezamenlijk marktinformatie verzamelen, de markt analyseren, trends opsporen en gezamenlijk een strategie uitstippelen op welke wijze het aanbod (kwantitatief, kwalitatief en tijdigheid) gezamenlijk zo goed mogelijk af te stemmen op de vraag? Wat is er mis mee dat telers willen groeien van de zwakke schakel in de keten naar een gelijkwaardige positie in de keten? Het is modern ondernemerschap dat telers zoeken naar vormen van samenwerking om hun positie op de markt en in de keten te versterken. En het is modern ondernemerschap dat telers gezamenlijk hun aanbod zo goed mogelijk afstemmen op de vraag. Het is ook de moderne manier van de markt zijn werk laten doen, als telers een rol spelen op die markt, in plaats van lijdzaam afwachten hoe de markt zich ontwikkelt. Feit is dat, als het aanbod beter is afgestemd op de vraag, de kans op faire prijzen voor telers stukken groter is. Door als telers meer samen te werken, zijn we in staat het aanbod te managen. Supply management door telers is de eigentijdse variant op aanbodsturing door de grillen van het weer.
Eerst horizontaal en dan verticaal samenwerken in de keten. First things First.

Hanny van Beek-van Geel en Keimpe van der Heide, Nederlandse Akkerbouw Vakbond

NAV, 4 december 2008