Vorig jaar schreef de Minister nog aan de Kamer dat de doelstellingen van de Nitraatrichtlijn, namelijk het halen van de norm van 50 milligram nitraat in het grondwater voor de zandgebieden in Nederland, een hele opgave zal zijn. Met name het zuidelijk zand scoort in de peilingen slecht volgens de Minister.
In de gesprekken met LNV heeft de NAV zich altijd op het standpunt gesteld dat akkerbouwers de gewassen optimaal moeten kunnen blijven bemesten. Steeds meer ondernemers ervaren (zowel op klei als op zand) dat door het telkens aanscherpen van de gebruiksnormen, deze opgave steeds moeilijker wordt. Op de kleigronden wordt in de meeste gebieden de norm gehaald, of zit men daar al ver onder. In het bijzonder het zuidelijk zand blijft volgens LNV ‘zorgelijk’

Volgens recent onderzoek van Praktijkonderzoek voor Plant en Omgeving (PPO) in Vredepeel, wordt gangbare akkerbouw op de zuidelijke zandgronden zelfs onmogelijk door de nitraatrichtlijn. Met de huidige teelten en bemesting wordt de norm voor nitraat in het grondwater overschreden. In dit onderzoek werden de akkerbouwgewassen optimaal bemest en werden nitraatgehaltes gemeten van 120 milligram per liter grondwater. Ver boven de norm. Het verschil is zo groot dat ook met andere bemestingstechnieken of -soorten niet aan de norm kan worden voldaan.

De vraag is: hoe nu verder? Indien de politiek inzet op het koste wat kost halen van de norm, dan zijn impopulaire maatregelen de komende jaren als bemesten onder de gewasbehoefte of het afstoten van teelten de enige keuze. Wat de NAV betreft: geen reële opties. Wat ons betreft worden de spelregels aangepast. Er zullen duidelijke keuzes gemaakt moeten worden tussen economische belangen en milieuwensen vanuit Brussel. De mestwet ter discussie stellen of de interpretatie van de regels binnen de wet (meetprotocollen van nitraat) zijn de enige opties voor continuïteit van akkerbouw op het zand. Het wordt tijd voor duidelijke keuzes.

NAV, 6 oktober 2009