De agrarische vakbonden willen een verruiming van de mededingingswetgeving in de EU. Mededingingsautoriteiten in Nederland en de EU moeten stoppen met een eenzijdige focus op consumentenvoordeel en toezien op eerlijke handel in de hele keten. Het EU-landbouwbeleid moet straks duidelijkheid geven over de bevoegdheden van producentenorganisaties, de balans tussen mededingingsrecht en landbouwbeleid, en over de bevoegdheid van boeren om prijs, -volume en kwaliteitsafspraken te maken. 

‘Boeren moeten afspraken kunnen maken om tot een gelijkwaardige positie in de keten te komen’, stelt NAV-voorzitter Teun de Jong op 18 maart in zijn inleiding op het vakbondensymposium over faire prijzen en mededinging. ‘De Mededingingsautoriteit straft samenwerking, niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen. De angst voor de kartelwaakhond belemmert en ontmoedigt krachtenbundeling. Prijs-, kwaliteits- en volumeafspraken tussen boeren, tuinders en vissers worden nu bestraft. De NMa is eenzijdig gericht op consumentenvoordeel en heeft weinig oog voor machtsongelijkheid tussen kleine producenten en multinationale foodconcerns en supermarktinkooporganisaties.’ De NAV-voorzitter bepleit ruime mogelijkheden voor producentenorganisaties in de EU om prijs-, volume en kwaliteitsafspraken te maken.

Misbruik macht
De bijna 200 aanwezigen luisteren vervolgens naar Kees Schillemans, advocaat bij Allen & Overy en bestuurslid van de Vereniging voor Mededingingsrecht. ‘Misbruik van de machtspositie in de markt is bij de NMa het enige haakje om een ingang te vinden. En dit is moeilijk vast te stellen. Zolang sterke afnemers voldoende concurrenten hebben zijn lage inkoopprijzen alleen maar goed voor de consument. De NMa erkent dat lage prijzen kunnen leiden tot een verschraling van het aanbod, maar zolang er voldoende aanbieders zijn, komt de NMa niet in beweging. Misbruik van inkoopmacht is waarschijnlijk slechts denkbaar wanneer partijen meer dan 40% van de markt in handen hebben en nieuwe toetreders uit de markt kunnen weren’, aldus Schillemans. De NMa ziet voor zichzelf geen rol in de machtsverdeling in de keten. Andere routes om machtsmisbruik aan te pakken zijn volgens Schillemans weinig afdoende. Een gedragscode ‘eerlijke handelspraktijken’ vermeldt niet wat eerlijke prijzen zijn en zal volgens Schillemans dus niet de oplossing bieden.

NMa volgt EU
Anna Gerbrandy, universitair hoofddocent internationaal en Europees recht aan de Universiteit Utrecht, gaat in haar betoog in op de beperkte mogelijkheden die de huidige EU-mededingingsregels bieden voor productie- en prijsafspraken aan de verkoopzijde. Kleine samenwerkingsverbanden met lage gezamenlijke marktaandelen zijn wel toegestaan, maar bieden weinig soelaas. Zij stelt dat een oplossing moet komen uit het EU-landbouwbeleid. Het Europees Parlement wil verdergaande maatregelen om producenten meer marktmacht te geven dan de Europese Commissie. Het GLB zou in de toekomst duidelijkheid moeten geven over de bevoegdheden van producentenorganisaties, de grenzen van het mededingingsrecht en over steun voor productieverlaging, aldus Gerbrandy. De perspectieven zijn gunstig. Het Europese Parlement heeft aandacht voor het mededingingsrecht. Wanneer er op EU-niveau ruimte is, volgt de NMa ook, voorspelt Gerbrandy.

Tragedy of Commons
Tussen landbouwbeleid en mededinging: ‘Daar loopt namelijk iets spaak’, schrijft Dick Veerman na het symposium op www.foodlog.nl. ‘Omdat boeren, tuinders en telers onderling geen prijsafspraken mogen maken maar nagenoeg altijd teveel maken, daalt de marktprijs vaak onder hun kostprijs. Dat houden ze niet vol. Daar kunnen ze wat aan doen door afspraken te maken over de prijs waartegen ze verkopen. Ook kunnen ze afspreken hun productie te beperken en door krapte van het aanbod de prijs op te drijven. Maar dat mag niet, zegt de mededingingswet. Dat is forse pech, want boeren zijn van nature genegen om elkaar te beconcurreren door nooit productie te laten liggen. Mocht de markt komend jaar goed zijn, dan wil je er immers niet naast grijpen. Daarom lopen ze ieder jaar opnieuw graag het risico om teveel te maken en hun grip op de prijs die ze nodig hebben te verliezen. Voor dat merkwaardige verschijnsel heeft de economische literatuur een naam verzonnen: The Tragedy of the Commons. Karl Marx duidde in essentie hetzelfde aan onder de naam ‘Agrarfrage’. Wat er mis is, is dus echt al wel een tijdje bekend.’

Hoop
De NAV en de andere vakbonden blijven hopen dat het Europese en het Nederlandse Parlement zich inzetten en zich in blijven zetten voor krachtige producentenorganisaties in de EU die prijs-, volume- en kwaliteitsafspraken mogen maken. Alleen op deze wijze kunnen telers tegenkracht ontwikkelen richting verwerkende industrie en inkooporganisaties van supermarkten. De komende maanden zijn beslissend als Europees Parlement, Europese Commissie en de EU-landbouwministers onderhandelen over het toekomstig EU-landbouwbeleid.

NAV, 6 april 2013