Zoektocht naar beter verdienmodel akkerbouw
De Tweede Kamer wil een eerlijker verdienmodel voor de landbouw. Staatssecretaris Dijksma heeft toegezegd de komende maanden te komen met plannen om het verdienmodel voor boeren en tuinders te ondersteunen. Ze daagt de landbouw uit om zelf met ideeën te komen. De NAV pakt de handschoen op. Naar een beter verdienmodel voor de akkerbouw met toekomst.
Het huidige verdienmodel akkerbouw is voor het overgrote deel gericht op kostprijsleiderschap voor de bulkproducten. Daarnaast ontvangen akkerbouwers een bedrijfstoeslag ter compensatie van de lage prijzen als gevolg van de door de EU in gang gezette liberalisering. Je zou kunnen zeggen dat het huidige verdienmodel bestaat uit inkomsten uit verkoop van hoofproduct en bijproduct (bijv. stro), inkomsten uit bedrijfstoeslagen en inkomsten uit hergebruik van bijproducten van andere sectoren (o.a. mest). Naast dit dominante verdienmodel komen in de akkerbouw aanvullende verdiensten voor zoals inkomsten uit groene en blauwe diensten (natuur- en landschapsproductie), recreatie, groenteabonnementen, levering van specials (o.a. biologische producten, ‘Gijs’ (keurmerk Plus supermarkt)), werk voor derden, enz.
Buiten landbouw
Met het oog op de toekomst kan het interessant zijn om eens buiten de landbouw te kijken naar verdienmodellen. Bij supermarkten zie je een verschil in verdienmodel tussen enerzijds Aldi en Lidl en aan de andere kant Jumbo en Albert Heijn. Aldi en Lidl verdienen de kost met een beperkt assortiment, hoge omloopsnelheid, kleine marge en weinig service. Het zijn prijsvechters die razend snel ‘dozen’ schuiven met zo laag mogelijke kosten. Jumbo en Albert Heijn daarentegen hebben een uitgebreid assortiment, bieden comfort en service en pakken een veel hogere marge per eenheid product. De kosten zijn hoger en de consument is bereid meer te betalen voor keuze, gemak, comfort en service.
Nog een heel andere tak van sport: de software business. Zo is het populaire iTunes (muziek, films, games, boeken) van Apple gratis. Apple verdient royaal aan iTunes door advertenties en promotie voor muziek, films, games en boeken op de website en in nieuwsbrieven. Daarnaast rinkelt de kassa door provisie op de verkoop van deze digitale producten via de iTtunes Store aan honderden miljoenen klanten ‘all over the world’. Een heel kleine marge op een song maar als je in een klein half jaar 5 biljoen(!) songs verkoopt en daarnaast nog de andere producten, dan weet je dat het een super verdienmodel is.
Veranderende wereld
Bij het zoeken naar een verdienmodel voor de akkerbouw in de toekomst moeten we beseffen dat we leven in een veranderende wereld. Was in het verleden voedselzekerheid een hot item, in de toekomst zullen voedselveiligheid, voedselkwaliteit en gezondheid dat zijn. Meer dan ooit is vertrouwen in het product cruciaal voor de consument. Het product moet niet alleen 100% veilig zijn, maar moet ook gezond (o.a. minder koolhydraten) zijn en op verantwoorde wijze (kritiek op soja o.a. vanwege genetische modificatie) zijn geproduceerd.
De wereld wordt meer en meer een dorp. At iedereen vroeger dag in dag uit aardappelen, nu staan pastagerechten op het menu naast de traditionele aardappelgerechten. En niet langer alleen maar gekookte aardappelen (kruimig, vastkokend, Opperdoezer Ronde, e.d.) en frites, maar ook krieltjes, schijfjes, wokjes, puree, enz. Diversiteit is het sleutelwoord voor de toekomst. Naast bulk is er een groeiende behoefte aan producten die zich onderscheiden: glutenvrij, minder koolhydraten, van NL- of EU-origine, biologisch, kleine CO2-footprint, enz. De Nederlandse akkerbouw kan een rol spelen in de ‘veranderende wereld’ door vroeg in te spelen op wat er nu en in de toekomst leeft in de samenleving en onder consumenten.
Bulk of hoogwaardig
De komende jaren zal een beperkt deel van de akkerbouw de ontwikkeling door kunnen maken van bulk naar hoogwaardiger producten. De kansen verschillen per product. Voor granen blijven we vanwege de kwaliteit onder NL-weersomstandigheden grotendeels aangewezen op de bulkmarkt voor veevoer. Suiker is ook typisch een bulkproduct met weinig onderscheidingsmogelijkheden. Aardappelzetmeel: Avebe ziet mogelijkheden om de laagwaardige bulkmarkten (papier en textiel) te verlaten, maar zetmeel blijft uiteindelijk een bulkmarkt. Consumptieaardappelen bieden meer mogelijkheden voor hoogwaardige marktsegmenten. Hetzelfde geldt voor uien.
Voor pootaardappelen zijn er mogelijkheden voor hoogwaardige marktsegmenten als we er in slagen de plantgezondheid te blijven garanderen. Eiwitgewassen: mogelijkheden voor hoogwaardige foodtoepassingen. Daarnaast: bulkmarkt voor veevoer met als profilering ‘EU-origine’. Vezelgewassen zoals vlas, hennep en miscanthus passen uitstekend in een biobased economy.
Hoogwaardiger markten bieden zeker enige kansen voor de Nederlandse akkerbouw. Het overgrote deel van de NL-akkerbouw zal echter afzet moeten blijven vinden op bulkmarkten.
Verdienmodellen akkerbouw
De diversiteit van de akkerbouw zal groter worden. We kunnen naar de toekomst toe een aantal verdienmodellen onderscheiden. Te denken valt aan:
- Produceren voor laagwaardige bulkmarkten
- Produceren voor hoogwaardige markten
- Verticale integratie in de keten (volgschakels naar ons toe halen)
- Concentratie op special crops (bijv. telen voor glutenvrij marktsegment)
- Akkerbouw als 1e tak + 2e tak
- Akkerbouw als 2e tak + 1e tak
- Akkerbouw als 1e tak + baan
- Akkerbouw als 2e tak + baan
Er is hiervoor niet gestreefd naar een volledig overzicht. Elke teler zal zelf een verdienmodel kiezen passend bij zijn bedrijf en zijn kwaliteiten en interesses.
Voorwaarden scheppen
De akkerbouw en in feite de hele landbouw is op een aantal punten sterk afwijkend van de rest van de economie, zoals sterke afhankelijkheid van het weer, inelasticiteit van de vraag en de onmogelijkheid van de individuele producent om het aanbod af te stemmen op de vraag. En niet te vergeten de zwakke positie van de primaire producenten tegenover de sterk geconcentreerde, machtige afnemers (handel en industrie) en de machtige inkooporganisaties van de retail. De primaire producent is daardoor in de rol van prijsnemer gemanoeuvreerd.
Er zijn twee aanvullende maatregelen noodzakelijk om voor de akkerbouw tot een verdienmodel te komen waarin telers in NL en andere EU-landen zonder algemene bedrijfstoeslagen uit pijler 1 tot faire, kostendekkende prijzen voor hun producten kunnen komen, namelijk:
- Een beter EU-landbouwbeleid dat voorwaarden schept om faire opbrengstprijzen te realiseren. Namelijk datgene doen wat de individuele teler niet kan: voor de stapelbare producten (granen, zetmeel, suiker, plantaardige eiwitten) de markt managen. D.w.z. het aanbod in EU-verband afstemmen op de vraag en bescherming bieden tegen importen van buiten de EU en eisen dat geïmporteerde goederen onder dezelfde voorwaarden zijn voortgebracht als de producten die in de EU zijn geteeld (gelijk speelveld voor hier geteelde en geïmporteerde goederen);
- Telers de bevoegdheid geven om in producentenorganisaties prijs-, volume en kwaliteitsafspraken (w.o. duurzaamheid) te maken.
NAV, 4 mei 2013