EU-studie over effecten vrijhandelsverdragen incompleet en te optimistisch
De staf van de Europese Commissie heeft een studie gedaan naar de te verwachten effecten van 12 toekomstige vrijhandelsverdragen, waaronder TTIP en CETA, voor de agrarische sector. De Commissie is zelf in een persbericht enthousiast over de resultaten van de studie. De conclusie is dat de vrijhandelsverdragen over het algemeen zeer positief uitpakken voor de boeren en de agrarische sector in zijn geheel. De NAV vindt dat de studie te beperkt is en dat daarom op de conclusies nogal wat af te dingen is.
Bij deze studie is gewerkt met een tweetal modellen en twee scenario’s. De methode heeft ook volgens de samenstellers de nodige beperkingen. Zo is alleen gekeken naar de effecten van liberalisatie van de tarieven bij import en export. Er is wel rekening gehouden met ‘gevoelige’ producten waarvoor men een negatief effect verwacht, maar daarvoor is alleen de mate van verlaging van de tarieven aangepast, terwijl er in werkelijkheid meestal gewerkt wordt met tarief-vrije quota. Het voornaamste bezwaar van de NAV tegen de studie is, dat er alleen gekeken is naar tarieven en niet naar de zogenaamde handelsbelemmerende maatregelen. In de toekomstige vrijhandelsverdragen met de VS en Canada, TTIP en CETA, is afgesproken om elkaars standaarden te erkennen. En daarmee moeten de producten uit deze landen die tegen veel lagere standaarden zijn geproduceerd op de EU-markt worden toegelaten. Dat creëert een zeer ongelijk speelveld voor de boeren in Nederland en de EU. Met dit ongelijke speelveld houdt de studie geen rekening en juist daarom verwacht de NAV dat deze verdragen voor de boeren slecht zullen uitpakken.
De Canadese koepel van maatschappelijke organisaties, de Council of Canadians, heeft in een evaluatie van het NAFTA verdrag tussen Canada, de VS en Mexico de gevolgen voor de Canadese boeren onderzocht, nadat het verdrag bijna 20 jaar in werking was. En die gevolgen waren voor de boeren negatief. Het volume van de export nam wel toe, maar de prijzen voor de boeren daalden door toenemende concurrentie zoveel dat de bedrijfsinkomens daalden en duizenden familiebedrijven moesten stoppen. Door de toename van de export profiteerde de agri-business wel van NAFTA. En die gevolgen die NAFTA heeft gehad voor de Canadese boeren verwacht de NAV ook voor de boeren in Nederland bij de vrijhandelsverdragen CETA en TTIP.
De conclusie voor de NAV blijft daarom: landbouw moet buiten de vrijhandelsverdragen blijven!