Wordt 2019 de start van een rendabele aardappelteelt?
De NAV vindt het hoog tijd voor modernisering van de contractvoorwaarden! Waarom? We leggen het hier uit.
Voor de akkerbouw is ieder jaar eigenlijk wel bijzonder. En voor de aardappelteelt is 2018 daar zeker geen uitzondering op. In het voorjaar vielen in delen van Nederland zulke hoosbuien, dat er zelfs aardappelen overgepoot moesten worden. Daarna een langdurige warme en droge periode. Hierdoor hebben de aardappelen het zwaar gehad. Waar beregenen mogelijk was, heeft men de schade nog enigszins kunnen beperken. Waar beregenen niet mogelijk was is de opbrengstderving hoog opgelopen. En dat heeft natuurlijk grote gevolgen voor het rendement van de teelt.
Kostprijsberekening
De NAV-Werkgroep Consumptieaardappelen (WCA) heeft weer een inschatting gemaakt van de kostprijs voor het bedrijf van Frank Pieper voor seizoen 2019 (zie www.nav.nl bij Kostprijzen en saldo’s). Nu is het zo, dat een gemiddelde kostprijs niemands kostprijs is, omdat de situatie voor ieder bedrijf verschillend is. De manier van berekenen van de kostprijs is wel vanaf 2010 ieder jaar op dezelfde manier gebeurd en daarom geeft dit wel een beeld van de ontwikkeling van de kostprijs door de jaren heen. De kale kostprijs per kg lag voor 2010 op 13,2 eurocent en voor 2019 ligt deze op 16,7 eurocent (alles ex BTW op klei en uit de schuur leveren begin april). De NAV houdt voor de reële opbrengstprijs (verkoopprijs) een marge aan van 15% voor het risico dat de teler loopt. Als we die marge hanteren en verder dezelfde condities, dan komen we voor 2010 op 15,1 eurocent en voor 2019 op 19,2 eurocent. De teler is van 2010 tot 2019 dus met serieuze stijging van de productiekosten geconfronteerd.
Kosten van beregenen
Tot nog toe is bij deze berekeningen geen rekening gehouden met de kosten van beregenen. Door de klimaatverandering lijkt het er op dat ook in ons land beregenen een structureel onderdeel van de aardappelteelt gaat worden. Daarom heeft de WCA daar ook een inschatting van gemaakt. Wanneer weer alle kosten worden meegenomen van apparatuur, arbeid en brandstof komt de WCA bij een gift van 20 mm op 225 euro per ha per keer uit. Wanneer de aardappelen tot wel vijf of zes keer beregend moeten worden, zoals dit jaar, is dit een stevige verhoging van de kosten.
De prijs van aardappelen in de winkel
De WCA volgt ook de prijs van de aardappelen in de winkel. December 2017 kostte 3 kg gangbare aardappelen in de supermarkt ongeveer € 3,80 en december 2018 was dat € 4,20. Bij aanbiedingen kunnen ze (veel) goedkoper zijn. Opvallend is dat aardappelen in 1 kg verpakking naar verhouding extreem duur zijn: in december 2017 was 1 kg ongeveer € 1,50 en in 2018 was dat € 2,00. De prijsverschillen tussen een aardappeljaar met slechte prijzen (bijv. 2017) en een jaar met goede prijzen zijn in de winkel gering. Prijsverschillen worden natuurlijk deels ook afgevlakt door de hoeveelheid aardappelen die op een vaste-prijs-contract worden geteeld. De verkoopprijs in de winkel voor verse aardappelen is dus nauwelijks afhankelijk van de inkoopprijs. Hoeveel kg in een verpakking zit en of het wel of geen aanbieding is, heeft veel meer invloed.
Kunnen afnemers wel rekenen?
Opvallend was in december 2018 het bericht in de media van Croky, dat door de extreem hoge aardappelprijs de verkoopprijs van de chips in de winkel in 2019 met 20% omhoog zou moeten. Klopt dat, als we daar aan gaan rekenen? In december 2018 kostte een zakje Croky chips van 215 gram bij een landelijke supermarktketen € 1,12. Wij doen nu voor het gemak de volgende aannames: bij een rendement in de fabriek van 50% is hier 430 gram aardappelen voor nodig. Als we er nu eens van uit gaan dat de grondstof voor 50% op de vrije markt wordt gekocht en 50% op contract. De vrije markt in 2017 is 5 cent en in 2018 is dat 30 cent. Stel de contractprijs voor beide jaren op 17,5 cent, dan betaalt Croky in 2017 4,84 cent voor 430 gram aardappelen en in 2018 10,21 cent. Dat is 5,37 cent meer, terwijl de aangekondigde prijsverhoging 22,4 cent is (20% van € 1,12). Dus Croky, minder dan een kwart van de prijsverhoging kunnen we aan de ‘dure’ aardappelen toeschrijven. Driekwart is voor de marge van Croky. En zelfs al waren de benodigde aardappelen allemaal op de vrije markt gekocht, dan verklaart dit nog maar de helft van de prijsverhoging. Croky kan vast wel rekenen, maar dan vooral naar zichzelf toe en ze zijn natuurlijk niet de enige! We kunnen dus concluderen dat ook bij de aardappelproducten de verkoopprijs geen nauwe relatie heeft met de inkoopprijs van de aardappelen.
Moderne contractvoorwaarden
De NAV vindt al langer dat het tijd is voor een verbetering van de contractvoorwaarden. In december heeft de NAV in een persbericht gereageerd op geruchten, dat de Nederlandse industrie naar tonnagecontracten zonder overmachtsclausule toe zou willen. Gelukkig heeft de VAVI in reactie daarop vlak voor de Kerst in een bericht op Akkerwijzer.nl verklaard dat dit absoluut niet de bedoeling is. Goed nieuws voor de telers dus! En dan lijkt dit een goed moment voor een verdere modernisering van de voorwaarden.
Voor een toekomstbestendige aardappelteelt is het van groot belang dat de teler een voor hem renderende prijs krijgt. Daarom lijkt het de NAV volstrekt logisch dat de productiekosten voor de teler het uitgangspunt zijn voor de contractprijs. Hierbij kan de kostprijsberekening van de NAV een prima uitgangspunt zijn. Hierdoor zullen die prijzen voor de teler nog een cent of 5 hoger moeten worden dan nu. En daarnaast moet in jaren dat beregenen echt nodig is, de contractprijs ook met die kosten aangepast worden. We hebben eerder laten zien, dat dit nauwelijks invloed heeft op de verkoopprijs van de aardappelen en de aardappelproducten in de winkel. Die ruimte is er dus wel!
De NAV hoopt dat in 2019 een begin gemaakt wordt met een rendabele aardappelteelt voor ALLE schakels in de keten. Het is tenslotte ook voor de industrie van belang dat er continuïteit in de grondstofvoorziening is. Die wordt het beste gewaarborgd door een renderende teelt. Het zou volgens ons beter zijn om in de competitie met andere aanbieders niet te streven naar ‘het putje van de markt’ maar juist richting afnemers (de retail etc.), als telers en verwerkers gezamenlijk te opereren!