Weer veel discussie over gewasbescherming
In juni was er weer veel te doen over gewasbescherming: twee symposia, een Kamerdebat en een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Vooral dat laatste is breed negatief in de pers verschenen. Eenzijdige berichtgeving waarin de nuances verdwijnen helpt niet om de kloof tussen boeren en burgers op dit vlak te verkleinen. In dit artikel vatten we een en ander voor u samen.
Debat in de Tweede Kamer
Op 6 juni debatteerden minister Schouten en staatssecretaris Van Veldhoven met de Landbouwcommissie in de Tweede Kamer over gewasbeschermingsmiddelen. Er was een uitgebreide discussie over glyfosaat, waarbij vooral sommige toepassingen, het grootgebruik door o.a. Staatsbosbeheer én het overvloedig gebruik op sportvelden en door particulieren ter discussie stonden, maar niet werd aangestuurd op een algemeen verbod. Er werd nogmaals aandacht gevraagd voor de meer schadelijke alternatieven voor neonics-zaadcoating op bieten én voor het feit dat neonics gewoon zijn toegelaten voor toepassing tegen vlooien op huisdieren en tegen mieren. Over het onbegrip van burgers voor ‘landbouwgif’ zei Schouten dat ze zich wil inzetten om dit te verminderen.
Artemis jubileum
Dezelfde week vierde Artemis, de brancheorganisatie van fabrikanten van groene middelen, haar 25-jarig bestaan. Duidelijk werd daar dat er nog veel te weinig vooruitgang is geboekt met toelating van succesvolle biologische middelen, vooral in de open teelten. Ook werd door o.a. Greenpeace (!) gesteld dat de boeren wel moeten worden betaald voor hun inspanningen.
PBL-rapport
Op 21 juni publiceerde het PBL de tussenevaluatie van de Nota Gezonde Groei Duurzame Oogst. Dit werd breed en vrij negatief opgepikt in de pers. Zowel de presentatie als het rapport zelf geven bij lezen van de hele tekst echter een genuanceerder beeld. Ja, er wordt gesteld dat een aantal tussendoelen niet zijn gehaald, met name wat betreft normoverschrijdingen in water in het meetpuntennet in agrarisch gebied. De normoverschrijdingen worden jaarlijks gemeten en er wordt een trend berekend. De kritiek van o.a. LTO, dat de trend geen recht doet aan juist de recent sterke daling én dat 2018 niet is meegenomen, is terecht. Daardoor wordt de bereikte reductie onderschat. Maar er zijn ook positieve kanten aan het rapport. Zoals: ‘Door de inspanningen van de agrarische sector, afnemers en overheden is op veel terreinen vooruitgang geboekt. Zo worden in voedsel minder resten van gewasbeschermingsmiddelen aangetroffen en overschrijden de gemeten concentraties van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater minder vaak de waterkwaliteitsnormen.’ Waar sommige tussendoelen niet zijn gehaald, legt het rapport zelden/nooit de schuld eenzijdig bij de boer, iets wat uit de berichtgeving óver het rapport wel naar voren kwam. In het rapport wordt gesteld, dat telers niet beschikken over voldoende weerbare rassen, door het niet-toelaten van CRISPR-Cas, dat telers bij verbod van een chemisch middel alleen kunnen kiezen voor een ander chemisch middel omdat er te weinig alternatieve middelen zijn toegelaten en dat er te weinig kennisoverdracht over andere methoden is. Het verbod op neonicotinoïden heeft de milieubelasting vergroot en was dus contraproductief. De kosten voor gewasbescherming zijn in Nederland hoger dan in het buitenland en er zijn meer knelpunten doordat er minder middelen zijn. De afname van het areaal akkerranden wijt het rapport aan het ontbreken van een mechanisme waarin boeren betaald krijgen voor het stimuleren van agrarische biodiversiteit.
Uit een enquête onder telers blijkt dat praktisch iedereen één of meer van de zes stappen van geïntegreerde gewasbescherming zet. De praktische bezwaren van het gebruik van beslissingsondersteunende systemen (BOSsen) worden ook genoemd. Ook de afnemers worden gezien als remmende factor voor verduurzaming van de teelten, omdat zij tot voor kort vooral eisten dat een product mooi en lang houdbaar is en pas recent zijn gaan nadenken over teeltwijzen. Kortom, in het rapport zelf is geen sprake van een negatieve houding richting de telers, maar is er begrip voor de positie waarin telers zich bevinden. Adviezen zijn er dan ook vooral voor beleidsmakers: financier veel meer onderzoek naar alternatieven, zorg voor toelating CRISPR-Cas en zorg voor betere kennisoverdracht en beschikbaarheid van kennis over geïntegreerde teeltsystemen. Ook pleit het rapport ervoor om een maximale milieubelasting in te stellen per teelt, zodat het wegvallen van één middel niet leidt tot hogere milieubelasting door gebruik van andere middelen.
De overschrijdingen van de norm specifiek bij drinkwater-inname punten worden in het rapport mede geweten aan het gebruik van Roundup door burgers en het rapport stelt dan ook dat voorlichting aan burgers hierover niet heeft gewerkt. Juist deze nuancering was in het AD artikel (‘Landbouwgif bedreigt drinkwater’) verdwenen. De NAV heeft een ingezonden brief gestuurd aan het AD hierover, maar deze is niet geplaatst. Dit zegt dus eigenlijk meer over het AD dan over het PBL-rapport…. Dezelfde dag verscheen er in Trouw een interview met NAJK-bestuurder en akkerbouwer Onnes, waarin een goed beeld van moderne gewasbescherming werd gegeven.
Symposium ‘Op z’n vitale akker’
Op 17 juni hield de BO Akkerbouw een symposium over het Actieplan Plantgezondheid. Duidelijk werd ook daar, dat er nog steeds onvoldoende alternatieven zijn voor chemische middelen. Ook werd benadrukt dat hogere kosten en een groter risico van een meer geïntegreerde teelt niet op de boer moeten worden afgewenteld maar gewoon moeten worden betaald.
NAV
De NAV zet zich bij het dossier gewasbescherming in voor het behoud van middelen zolang er geen alternatieven zijn én voor het opheffen van belemmeringen voor verduurzaming. Zo heeft de NAV er voor gezorgd dat het eindrapport van de werkgroep Versnelling Toelating Groene Gewasbescherming net vóór het Kamerdebat aan minister en Kamerleden is toegestuurd. Dit rapport geeft praktische adviezen om op een simpele wijze de Europese procedure voor toelating van groene middelen te versnellen. De minister heeft in antwoord op een vraag van Bisschop (SGP) inmiddels schriftelijk toegezegd de aanbevelingen van de werkgroep over te nemen. Tegelijkertijd hebben we met de BO Akkerbouw een projectvoorstel ingediend voor een praktijknetwerk om de kennisoverdracht te bevorderen.
In het april nummer van dit blad stelden wij, dat het huidige beleid niet zorgt voor minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Dit wordt nu gesteund door het PBL rapport, wat vooral falend en te laat geïmplementeerd beleid als oorzaak ziet van het niet helemaal halen van alle tussendoelen. Tegelijkertijd zien we dat er op alle fronten wordt geconstateerd dat boeren ook veel te weinig alternatieven hebben die minder milieubelasting geven. En ook wordt steeds breder gedragen dat boeren moeten worden betaald voor extra inspanningen. Tenslotte is er inmiddels ook aandacht voor het feit, dat het nu verbieden van chemische middelen niet automatisch leidt tot groene gewasbescherming in 2030. We moeten geen teelten verliezen in de tussentijd, iets waar de minister en voldoende partijen in de Tweede Kamer zich steeds meer bewust van worden. Nu de burgers nog….