De strijd om de ruimte
De strijd om de grond in Nederland is volop gaande. Het ene na het andere plan verschijnt, sommige al helemaal uitgewerkt, andere meer als losse flodders. Maar dat er iets aan de hand is met de ruimte in Nederland is duidelijk. Wat betekent dit voor de akkerbouw?
NOVI
In september 2020 publiceerde het kabinet de Nationale Omgevingsvisie (NOVI, zie www.denationaleomgevingsvisie.nl). Hierin worden vier prioriteiten benoemd: 1. Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie; 2. Duurzaam economisch groeipotentieel; 3. Sterke en gezonde steden en regio’s en 4. Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied. De NOVI ‘richt zich op ontwikkelingen waar meerdere nationale belangen bij elkaar komen en keuzes in samenhang moeten worden gemaakt tussen die nationale belangen.’ Daarbij zijn Rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen samen verantwoordelijk. Bij de prioriteit ‘toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied’ worden als belangrijkste beleidskeuzes genoemd het verbeteren van de balans tussen landgebruik en omgevingswaarden van bodem, water en lucht, het versterken van biodiversiteit, het realiseren van een duurzaam en vitaal landbouw- en voedselsysteem (kringloop- en natuurinclusieve landbouw) en het versterken van unieke landschappelijke kwaliteiten. Er wordt een Nationaal Programma Landelijk Gebied opgesteld.
PBL-rapport
Op 8 april publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) het rapport ‘Grote opgaven in een beperkte ruimte’. Het PBL vindt de NOVI te vaag en te algemeen. Hoofdpunten uit het PBL-rapport: 1. Het Rijk moet de regie nemen over de inrichting van Nederland; 2. Er moet een balans zijn tussen gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde; 3. Het Rijk moet zichzelf verantwoordelijk maken voor het resultaat en 4.Het Rijk moet veel meer oog hebben voor draagvlak onder de bevolking. De NAV onderschrijft die principes: geen verrommeling, geen ad-hoc beleid meer, niet vanuit overheden zaken uitrollen over de leefomgeving van bewoners zonder mogelijkheid van inspraak. Maar hoewel dit rapport pleit voor integrale aanpak, vindt de NAV de visie in dit rapport nog verre van integraal.
Er worden ‘nationale opgaven’ benoemd: klimaatakkoord, biodiversiteitsherstel, KRW, kringlooplandbouw enz. Er wordt o.a. verwezen naar de wens van de Europese Commissie (EC) om 25% biologische landbouw te bereiken. Wat ontbreekt is het signaal van diezelfde EC dat landbouw in de zuidelijke landen steeds moeilijker wordt dus dat alle landbouwgrond belangrijk is. Ook geen woord over het feit dat voor extensivering meer landbouwgrond nodig is voor dezelfde voedselproductie. Überhaupt wordt het woord voedsel alleen gebruikt in een zin dat ‘de productie minder zal worden’. Zie voor onze hele reactie Reactie op PBL rapport – 8 april 2021.
Concrete plannen
Er zijn diverse concrete plannen om landbouwgrond anders te gaan gebruiken: uitbreiding van de Eemshaven, uitbreiden van het Amstelmeer als natuurcompensatie voor Den Helder, een kabeltracé door Groningen, 800 (!) ha zonneakker in de gemeente Waadhoeke, diverse Nationale Parken enz. En dan nog de wat minder concrete plannen over extra woningen in het Noorden en het Groene Hart. Deze plannen lijken weer helemaal los te staan van Gebiedsagenda’s, de NOVI en andere overkoepelende programma’s. Zo wil de NOVI zonnepanelen juist op daken, langs rails en op industrieterreinen. De NOVI tekent de aanlandingskabel in Groningen ook anders in dan nu dreigt te worden uitgevoerd. Dat maakt dat wij het overzicht inmiddels wel kwijt zijn.
Voedselproductie!
Bij dit alles valt één gezamenlijke factor op: het is zo vanzelfsprekend dat we in Nederland voldoende goed voedsel hebben, dat geen van de plannen rept over het belang van voedselproductie. De NOVI noemt het niet in haar toekomstbeeld, het PBL-rapport negeert het volkomen. Er wordt alleen gekeken naar het ‘bezet houden’ van grond door de landbouw. Ook in een analyse over het GLB van de sterke en zwakke kanten van de landbouw en de kansen en bedreigingen is onze eerdere suggestie om voedselproductie als sterk punt te noemen niet overgenomen. De NAV vindt niet dat Nederland de wereld hoeft te voeden, maar onze positie in de vruchtbare rivierdelta van Europa met gematigd klimaat verplicht ons wel tot iets. Zonder export kunnen we 5-6 mensen voeden van één hectare. Met de huidige 1.8 miljoen ha kunnen we dus maar 10-11 miljoen mensen voeden. Als dat minder wordt worden we nog meer afhankelijk van importvoedsel. Daarom vindt de NAV het belangrijk dat er nu eens echt een integraal beleid komt, met een langjarige visie op voedselzekerheid. We waren dan ook blij met de motie van Boswijk (CDA), Bisschop (SGP), Grinwis (CU), Van Campen (VVD) en Van der Plas (BBB) om te onderzoeken hoe hoogwaardige landbouwgrond kan worden beschermd. Deze motie is aangehouden, omdat Schouten binnen enkele weken aan de Kamer wil rapporteren over het Nationale Programma Landelijk Gebied en een rapport van een expertgroep Ruimtelijke Inrichting Landelijk Gebied wil aanbieden. We hopen dat daar meer aandacht voor voedselzekerheid zal zijn maar vrezen het ergste. We houden u op de hoogte van het vervolg.