7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn: onwerkbaar en onrealistisch
Minister Schouten heeft begin september het ontwerp voor het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e NAP) naar de Tweede Kamer gestuurd en al als concept naar Brussel. De NAV heeft met andere partijen uit de sector zeer kritisch gereageerd. De economische doorrekening is nog niet afgerond.
Het 7e NAP is nog in de ontwerpfase en bevat verschillende hoofdlijnen. De plannen bevatten vijf pijlers: A. duurzame bouwplannen; B. gebiedsgerichte maatregelen; C. aanvullende verplichte maatregelen zoals teeltvrije zones en bufferstroken; D. pilots en kennisontwikkeling en -verspreiding en E. handhaving en controle. We geven u de hoofdpunten voor akkerbouwers.
Duurzame bouwplannen
Met ingang van 1 januari 2023 wordt het landelijk verplicht om 1 op 4 rustgewassen te telen op ieder perceel. In de loop van het 7e NAP wordt dit 1 op 3, zonder dat het effect van 1 op 4 wordt getoetst. Dit is een zeer ingrijpende maatregel in de bedrijfsvoering van akkerbouwers. Er wordt nog gewerkt aan een lijst met rustgewassen. De onrust onder de grondstofafnemers als Avebe en Cosun is bekend.
Daarnaast moet men op zand en löss vanaf 1 januari 2023 op 60% van de percelen een vanggewas hebben ingezaaid en met ingang van 1 januari 2027 op 100% van de percelen. Dit moet zijn ingezaaid of doorgezaaid vóór 1 oktober. Dit betekent dat op deze gronden de aardappels en suikerbieten uiterlijk in september moeten zijn geoogst. Het ministerie denkt dat dit wel op te lossen is in de keten door veredeling (alsof dat binnen twee jaar lukt!) en verandering van de logistiek.
Tegelijkertijd wordt er een nieuwe grondsoortenkaart gemaakt op perceelsniveau. Het kan dus zijn dat uw percelen met deze herziening andere bemestingsnormen krijgen én onder andere regels gaan vallen. Dit kan positief of negatief uitpakken.
Aanvullende landelijk verplichte maatregelen
De belangrijkste aanvullende maatregelen die landelijk gaan gelden zijn de teeltvrije zones van 5 m breed langs KRW-waterlichamen en ecologisch kwetsbare waterlopen en 2 m bij overige watergangen, met een maximum van 5% van een perceel. Dit ondanks het feit dat uit de Milieu Effect Rapportage nauwelijks effect van dergelijke zones blijkt! Waterbeheerders kunnen toestemming geven voor smallere zones, met de huidige teeltvrije zones als minimum. Om verbinding te leggen met het GLB en het Uitvoeringsprogramma Gewasbescherming, waarin bufferzones worden geadviseerd, zal nog gekeken worden of teeltvrij kan worden omgezet in bufferzone.
Gebiedsgerichte aanpak
In gebieden waar de waterkwaliteit achterblijft zullen gebiedsprocessen worden gestart. De bedoeling is om boeren te helpen met deskundig advies om de juiste maatregelen voor het eigen bedrijf te nemen. Wellicht komen hierdoor de piekbelasters beter in beeld. In dat geval kan men daar voor een gebiedsgerichte aanpak kiezen i.p.v. alle regels hetzelfde voor het hele land en op plekken waar wel wordt voldaan aan de normen. Hier liggen dus kansen.
Enkele overige zaken
De equivalente maatregelen en de biet-frietregeling blijven bestaan. Er komt meer ruimte voor het toepassen van vaste mest door het verlagen van het percentage waarin dit meetelt voor de P-ruimte naar 75%. Ook wordt de uitrijdperiode van vaste dierlijke mest veranderd naar van 1 januari tot 15 september op bouwland op zand en löss. Uiteraard blijft de inwerkplicht bestaan en kunnen waardevolle vaste meststoffen dus alweer niet uitgereden worden in een gewas in het voorjaar.
Reacties
De NAV vindt het een gemiste kans dat er niet wordt gewerkt vanuit een bodemvisie, maar dat er nu weer allerlei beperkende maatregelen worden opgelegd die nauwelijks effect zullen hebben. Het meest verbijsterend van de plannen is, dat deze zijn gepubliceerd zonder de economische impactanalyse af te wachten. Ook de beleidsmakers zelf voelen wel aan dat de maatregelen geld gaan kosten en de inkomens onder druk zullen zetten, maar men blijft optimistisch. Zinnen als ´Alternatieve gewassen en alternatieve verdienmodellen kunnen ontwikkeld worden om deze inkomstendaling deels te ondervangen. Aanvullend wordt voorzien dat tot 2027 via het GLB een vergoeding gekregen kan worden voor verdergaande rotatie dan het basisniveau.´, ´De teelt van vanggewassen kost geld, maar omdat deze maatregel bijdraagt aan een betere bodemkwaliteit, wordt verwacht dat op de langere termijn deze maatregel een positieve bijdrage levert aan het saldo van de ondernemer.´ en ´Deze maatregelen kunnen worden ingezet vanuit overheden en ketenpartijen, maar ook is een belangrijke rol weggelegd voor consumenten die duurzaamheid waarderen en meer over hebben voor duurzamere producten.´ getuigen van een ongefundeerd grenzeloos optimisme over het boereninkomen en de bereidheid van consumenten om meer te betalen voor duurzaam geproduceerd voedsel. Niet realistisch! En zouden de maatregelen nou nog substantieel bijdragen aan de doelen voor waterkwaliteit, dan waren ze nog enigszins verdedigbaar. Maar de Milieu Effect Rapportage concludeert dat de maatregelen nauwelijks zullen bijdragen en dat een gebiedsgerichte aanpak beter zou zijn.
Zienswijze
De NAV is betrokken geweest bij twee reacties op de plannen, één van de BO Akkerbouw en één vanuit de sector inclusief andere sectoren dan de akkerbouw. De economische doorrekening wordt wellicht door de sector gecontroleerd en zelf uitgevoerd. Beide reacties kunt u hier vinden: BO Akkerbouw – Reactie op 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn en Gezamenlijk statement – Mestregels Onhaalbaar ontwrichtend en onbetaalbaar. Deze reacties zijn naar de Tweede Kamer gestuurd. Uiteraard gaan we ook proactief aan de slag en komen we met eigen plannen en maatregelen als alternatief. De NAV heeft ook deelgenomen aan een technische briefing en ambtelijk overleg met het ministerie. Ook is Thom van Campen (VVD) op het bedrijf van ons bestuurslid Henk Janknegt door Henk en voorzitter Teun de Jong ontvangen voor uitleg over hoe de plannen zullen uitwerken op het boerenbedrijf. De Tweede Kamer heeft er over gedebatteerd op 16 september. Veel van onze bezwaren zijn daar door diverse partijen ingebracht.
De discussies gaan verder. De werkgroep Mineralen buigt zich er over. De NAV gaat uiteraard een zienswijze indienen. Dat kunt u ook doen, tot 18 oktober. Het meest informatief lijkt het ons als boeren vanuit de situatie op hun eigenbedrijf reageren. Indienen kan per email naar planMER7eAP@minlnv.nl. De plannen vindt u op https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/09/06/consultatie-en-milieueffectrapportage-voor-het-7e-actieprogramma-nitraatrichtlijn.