Maatwerkaanpak als alternatief voor het 7e Actieprogramma Nitraat in de maak
Sinds het publiceren van de plannen voor het 7e Actieprogramma Nitraat (7e AP) is er grote ongerustheid wat dit gaat betekenen voor de boeren. De economische impact-analyse loog er niet om: een groot negatief effect wordt voorzien. Reden voor de sector om de handen ineen te slaan en met een alternatief te komen: de maatwerkaanpak. De afgelopen maanden is er hard gewerkt door de sector samen met het Ministerie van LNV, de NVWA, RVO en het NMI om deze maatwerkaanpak vorm te geven. We praten u bij over de stand van zaken, mét de kanttekening dat dit nog geen definitieve besluiten en plannen zijn!
Werkgroepen
Er wordt gewerkt in drie werkgroepen met zowel mensen uit de sector als ambtenaren in elke groep. Werkgroep 1 houdt zich bezig met borging en handhaving. Voor zowel de Nederlandse als de Europese wetgever is het belangrijk dat de maatwerkaanpak wel goed kan worden gecontroleerd en tenminste hetzelfde resultaat oplevert als de ´generieke´ plannen van het ministerie. Werkgroep 2 houdt zich bezig met de gereedschapskist voor de bedrijfsgerichte opgave. Werkgroep 3 houdt zich bezig met de praktijktoets. Daarnaast is er een stuurgroep van de sector samen met de overheden die besluiten neemt over voorstellen vanuit de werkgroepen.
Inmiddels heeft er ook een eerste bijeenkomst met een klankbordgroep van boeren plaatsgevonden. Daaruit zijn weer veel nieuwe vragen opgekomen.
Bedrijfsniveau
De eerste keuze die moest worden gemaakt is op welk niveau de maatwerkaanpak moet worden ingestoken: gebiedsniveau, bedrijfsniveau of perceelsniveau. Gekozen is voor bedrijfsniveau. Dat betekent dat u met uw hele bedrijf kiest voor ofwel het generieke pakket zoals het door de overheid wordt vastgesteld ofwel voor de maatwerkaanpak. Deze keuze maakt u voor een aantal jaren.
Bij de maatwerkaanpak is nu het voorstel om te sturen op doelen: het N-bodemoverschot (gericht op grondwater maar ook nodig voor oppervlaktewater) en het aantal BedrijfsBodemWaterPlan (BBWP) punten (voornamelijk gericht op oppervlaktewater). Er wordt een tool ontwikkeld waarin u uw bouwplan (op bedrijfsniveau) kunt gebruiken om te kijken hoe u aan voldoende verlaging van stikstof in het water komt door het stapelen van maatregelen. Deze maatregelen kunt u kiezen uit een lijst. Daarmee vervallen dus zoals het er nu uit ziet de maatregelen uit het generieke pakket, zoals teeltvrije zones en verplicht eens in de vier jaar een rustgewas op zand en löss.
Het is de insteek van het ministerie dat de eisen voor het 7e AP de basis vormen voor de eisen in het nieuwe GLB. Daar valt ook de maatwerkaanpak onder. Hoe een en ander er precies komt uit te zien is nog onduidelijk.
Hoe verder?
Er is inmiddels een blauwdruk over de maatwerkaanpak opgesteld. Daarin is ook een schema opgenomen over wat er gebeurt als u kiest voor de maatwerkaanpak. Aan de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) wordt nu advies gevraagd over de voorstellen. Dit advies zal eind mei beschikbaar zijn. In juni is dan nog tijd voor de definitieve vaststelling van de maatwerkaanpak, inclusief de borging. In juli wordt op basis van de plannen en het CDM-advies door de minister het go/no go besluit genomen over de maatwerkaanpak.
Inzet NAV
De NAV is actief in de werkgroepen en de stuurgroep. Wij hopen dat deze inspanningen leiden tot een werkbaar alternatief voor die boeren die echt niet uit de voeten kunnen met de generieke plannen. Daarbij moet wel opgemerkt worden, dat de doelen wat betreft de waterkwaliteit natuurlijk ook in de maatwerkaanpak gehaald moeten worden. De maatwerkaanpak is wat dat betreft ook een goede oefening in sturen op doelen in plaats van alleen maar maatregelen opleggen door de overheid.