Afgelopen periode werd maar weer eens pijnlijk duidelijk dat de inmiddels al oude kreten vandaag de dag nog steeds actueel zijn: korte prijspieken worden gevolgd door lange prijsdalen. Na de inval van Rusland in Oekraïne stegen de graanprijzen tot ongekende hoogte, maar inmiddels zitten we weer in een periode van zeer lage prijzen. Dit was begin februari de brede conclusie van de Werkgroep Granen. Ook daarna vertonen de prijzen nog steeds een dalende tendens. In de NAV-kostprijsberekening www.nav.nl/bereken-je-kostprijs) wordt nogmaals pijnlijk duidelijk welke effecten dat heeft op het boereninkomen. E.e.a. mede als het gevolg van het feit dat we een fabriek zonder dak hebben en de weers- en klimaateffecten hun tol eisen. Het late en natte voorjaar, gevolgd door een korte, droge zomerperiode en nattigheid in de oogstperiode zorgden er voor dat er geen maximaal gebruik gemaakt kon worden van organische mest in het voorjaar. In de oogstperiode was het een uitdaging om onder voldoende droge omstandigheden de gewassen te kunnen oogsten welke mede als gevolg van het weer deels gelegerd waren. De graanteelt van oogst 2023 is er een die dus gestart is in de periode van hoge prijzen (dus ook hoge kosten van de teeltinput) en afgezet wordt tegen lage prijzen. Dit lage graansaldo en de huidige lage graanprijzen vinden hun weerslag in de gehele sector. Zo verlagen de conservenbedrijven nu hun contractprijzen.

Deze situatie sterkt de NAV om te pleiten voor een markt- en prijsbeleid. De roerige tijden op het wereldtoneel en de politieke situatie in Europa zouden ons inziens het pleidooi voor markt- en prijsbeleid moeten ondersteunen. Inmiddels constateren we wel dat er hier en daar wel wat aan het schuiven is: zowel het onderwerp voedselzekerheid als markt- en prijsbeleid krijgen steeds meer aandacht, o.a. in de onlangs aangenomen motie om landbouw buiten de vrijhandelsverdragen als Mercosur te houden.