‘EU-landbouwbeleid en voedselzekerheid.’ Dat was het thema van het NAV-jaarcongres op 27 februari te Lelystad. Het EU-landbouwbeleid zou de voedselzekerheid in de wereld en de wereldvrede moeten bevorderen.

Niek Koning, landbouweconoom Universiteit Wageningen, meent dat de prijsstijging in de afgelopen jaren van landbouwproducten ‘niets nieuws is’. Sterke prijsdalingen leiden tot minder investeringen, waardoor tekorten ontstaan en de prijzen weer even stijgen. ‘Dat zag je ook in het begin van de 20e eeuw, rond de Tweede Wereldoorlog, en in de jaren 70. Maar elke keer leidden prijsstijgingen tot nieuwe productieuitbreiding, waardoor de prijzen weer daalden.’ Nu de prijzen wat hoger zijn, Afrika eindelijk wat economische groei ziet, komen veel arme consumenten in problemen. Vooral de plotselinge prijsstijging heeft volgens Koning ook bijgedragen aan de Arabische opstanden. Een en ander staat niet los van de landbouwhervormingen in de VS en Europa waardoor buffervoorraden zijn opgeheven en misoogsten meteen leiden tot uitschieters. Koning verwacht, in tegenstelling tot veel anderen, dat zowel de olieprijzen als de landbouwprijzen weer zullen gaan dalen.

Roer om
Als we volksopstanden willen beperken en de wereldvrede willen handhaven, zal het roer om moeten. Arme landen zullen ruimte moeten krijgen om hun boeren te steunen en overheden zullen meer moeten investeren in landbouwonderzoek. Koning: ‘Maar we moeten ook landbouwmarkten stabiliseren om tijdige investeringen in het mondiale productievermogen te bevorderen.’ Dat zou bij voorkeur wereldwijd moeten gebeuren met een internationaal systeem van buffervoorraden. Met nationale quota voor als de voorraden overstromen en beperkingen op biobrandstoffen als ze op dreigen te raken. Zo’n systeem zal er niet een-twee-drie zijn. Zolang dat er niet is, is het minste wat we kunnen doen onze eigen markten stabiliseren. Koning bepleit het afstemmen van de prijzen op de kostprijs van de redelijk efficiënte Europese bedrijven, onze eigen olie- en eiwitgewassen verbouwen, niet langer beneden onze eigen kostprijs exporteren en toeslagen niet langer gebruiken als instrument voor verkapte dumping. 

Voedsel in de tank
Biobrandstoffen zijn volgens Sander van Bennekom van Oxfam Novib niet dé oplossing voor klimaatverandering. De ‘groene brandstoffen’ zouden ernstige gevolgen hebben, zoals meer vraag naar steeds schaarser voedsel, hoge voedselprijzen en landjepik. De gewassen waarvan biobrandstoffen worden gemaakt, kunnen miljoenen mensen voeden. De ontwikkelingsorganisatie maakt zich ook zorgen over schending van landrechten, de concurrentie tussen voedsel en brandstof en de geringe bijdrage van biobrandstof aan de beperking van de uitstoot van broeikasgassen. 

Landjepik
Volgens Van Bennekom is in de afgelopen tien jaar 106 miljoen hectare land (25x Nederland) in ontwikkelingslanden opgekocht door buitenlandse investeerders. Deze vruchtbare, en voor de lokale voedselvoorziening belangrijke grond, is tot circa 60% bestemd voor productie van biobrandstofgewassen. Lokale boeren zijn de dupe. Het land wordt veelal onder dwang, zonder overleg of compensatie en soms met geweld, van kleine boeren afgenomen.

Landrechten
Oxfam Novib verzet zich niet tegen biobrandstof ‘an sich’ maar tegen de grote volumes. Van Bennekom erkent dat de actie ‘geen voedsel in de tank’ een forse ‘beschuldiging’ is. De actie richt zich niet op boeren, maar op het beleid dat verplicht tot bijmengen van biobrandstof. Bedrijven struinen daardoor de hele wereld af naar de goedkoopste biomassa met alle gevolgen van dien. ‘Hoe ben je omgegaan met de landrechten van de bevolking in die landen?’, is volgens Van Bennekom de vraag die gesteld zou moeten worden aan alle importeurs van biobrandstoffen. De Oxfam Novibmedewerker stelt de ‘land grabbing’ in bijvoorbeeld Afrika door China aan de kaak en meent dat niet het klimaateffect maar de onafhankelijkheid van olie de echte drijvende kracht is achter de verplichte bijmenging van biobrandstof.

Stabiliserend beleid
Zowel Van Bennekom als Koning benadrukken dat zonder inkomen voor boeren er geen voedselzekerheid in de wereld zal zijn. Een stabiliserend beleid is noodzakelijk niet alleen voor de eigen portemonnee van boeren maar ook voor een evenwichtige ontwikkeling van de wereld. Voor NAV-voorzitter Teun de Jong en de NAV is het een stimulans om te blijven pleiten voor spelregels voor de handel in landbouwproducten. ‘We hebben als Nederlandse akkerbouwers niet de illusie dat we de wereld kunnen of moeten voeden. Wel kan en moet het EU-landbouwbeleid een bijdrage leveren aan voedselzekerheid in de wereld.’

NAV, 9 maart 2013