Bodemvruchtbaarheid in geding door overheidssturing richting gebruik bewerkte mest
Op 8 mei heeft de staatsecretaris Dijksma een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over haar inzet in Brussel aangaande het vijfde actieprogramma nitraatrichtlijn ( 2014 – 2017). De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) verzet zich tegen haar voornemen de akkerbouw te sturen richting bewerkte mest.
De regering constateert dat het mestbeleid van de afgelopen jaren tot sterk verbeterde resultaten voor zowel het grond- als oppervlaktewater heeft geleid. Alleen het zuidoostelijke zand- en lössgebied voldoet nog niet aan de nitraatrichtlijn voor het grondwater en de helft van het oppervlaktewater voldoet nog niet aan de kaderrichtlijn water. De NAV heeft begrip voor het feit dat de staatssecretaris de nog niet behaalde normen voor het grond- en oppervlaktewater alsnog wil halen.
Het voorstel om de akkerbouw via wetgeving meer in de richting van bewerkte meststoffen te sturen om de milieudoelen te halen, slaat de plank helemaal mis, meent de vakbond. Het zal de bodemvruchtbaarheid eerder aantasten dan verbeteren. Dat blijkt ook uit meerjarige proeven van PPO (Vredepeel) uitgevoerd met bewerkte en onbewerkte mest en afvoer van gewasresten. Het idee was dat onbewerkte mestvormen tot minder mineralisatie zou leiden en daardoor tot minder uitspoeling. Aanvankelijk leek dat juist. In 2012 echter lagen de nitraatgehaltes in het grondwater weer op gelijk niveau. De geringere mineralisatie werd teniet gedaan door een geringere opname. Daardoor liep de opbrengst in de proeven met bewerkte mest en afvoer van gewasresten met 13 % terug. Het gebruik van bewerkte mest is daarmee een goed voorbeeld van het paard achter de wagen spannen: het milieu schiet er niets mee op terwijl de opbrengst wel substantieel verlaagd door de lagere bodemvruchtbaarheid.
De NAV vindt het onbegrijpelijk dat staatssecretaris Dijksma via het vijfde actieprogramma het gebruik van bewerkte mest wil stimuleren, terwijl de akkerbouw voor de bodemvruchtbaarheid behoefte heeft aan meer koolstof uit onbewerkte mest. De staatssecretaris merkt in haar brief wel op dat de zorgen in de agrarische sector over het teruglopen van de bodemvruchtbaarheid serieus worden genomen. Ze wil daarom in het vijfde actieprogramma maatregelen nemen: meer focussen op de beschikbaarheid van fosfaat dan op de fosfaatvoorraad, flexibel omgaan met gebruiksnormen in geval van weercalamiteiten, reparatiebemesting met dierlijke mest mogelijk maken en het optrekken van de stikstofgebruiksnormen voor enkele gewassen. Met deze laatste maatregelen kan de NAV wel instemmen. Daarnaast zou net als in de veehouderij met een soort systeem van N-kringloop ook meer aanvoer per bedrijf mogelijk moeten zijn als de afvoer ook groter is. Voor de suikerbieten en consumptieaardappelen op de klei bestaat die mogelijkheid al. De stikstofgebruiksnormen voor brouwgerst en die van zomertarwe op klei zouden in ieder geval voor ruimere gebruiksnormen in aanmerking moeten komen. Ook de aanvoermogelijkheden (derogatie) en de toediening van het gebruik van meer onbewerkte dierlijke meststoffen in het voorjaar in wintertarwe zouden gelijkgetrokken kunnen worden met grasland.
NAV, 30 mei 2013