In het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid vormen de Ecological Focus Area’s (EFA’s), of ecologische aandachtsgebieden, een belangrijk middel tot vergroening van de landbouw. Bij de Nederlandse invulling zal een keuze worden gemaakt voor elementen die tot ecologisch aandachtsgebied bestempeld kunnen worden. De NAV neemt onderstaand voorstel van het NAJK over.

Voorstel
Sloten en slootranden worden door Nederland aangemerkt als ecologisch aandachtsgebied (EFA).

Onderbouwing
Aanwezigheid van sloten en slootranden heeft een grote toegevoegde waarde op de biodiversiteit en milieukwaliteit van de Nederlandse waterkundige infrastructuur. Dit is van essentieel belang in een waterrijk land als Nederland. Zoals akkerranden bijdragen aan de biodiversiteit op de kant, zo dragen sloten bij aan de biodiversiteit van de blauwe infrastructuur. Goed en effectief beheer van sloten en slootranden in combinatie met een hierop aangepaste bedrijfsvoering draagt daadwerkelijk bij aan de vergroening van de landbouw. Dit vraagt feitelijk een extra inspanning van de boer.

Sloten en slootranden dienen onderdeel te worden van de ecologische aandachtsgebieden.
Erkenning van beheer van sloten en slootranden als blauwe diensten:

  • is belangrijk voor het uiterlijk van het historisch Nederlands agrarisch cultuurlandschap;
  • heeft een toegevoegde waarde voor ecologische en chemische waterkwaliteit, biodiversiteit en waterbergend vermogen;
  • vraagt een extra inspanning van de agrarisch ondernemer voor het uitvoeren van ecologisch beheer van de sloot en slootrand;
  • zorgt voor borging van ontwikkeling, behoud en beheer van ecologische waterranden, specifiek voor Nederlandse akkerbouwgebieden zoals Flevoland en Zeeland. In deze regio’s zijn ecologisch waterranden nog niet overal aanwezig, maar worden wel onder leiding van het waterschap gerealiseerd. Voor succesvol beheer en onderhoud zijn waterschappen afhankelijk van de agrarische ondernemers;
  • leidt tot draagvlak bij agrarische ondernemers;
  • leidt tot draagvlak bij de Europese Unie door aanmerking als potentiële EFA;
  • levert een bijdrage aan doelstellingen voor Kaderrichtlijn Water;
  • levert een bijdrage aan doelstellingen en realisatie Nationaal Natuur Netwerk;
  • levert een bijdrage aan klimaatadaptatie en klimaatmitigatie;
  • levert een bijdrage aan de doelstellingen die het GLB bij de vergroening centraal stelt.

In de praktijk komt dit neer op:

  1. Sloten en slootranden vormen, net als landschapselementen, het karakteristieke beeld van het landelijk gebied.
  2. Aanwezigheid van sloten en slootranden op en rond een agrarische bedrijf vraagt aanpassingen binnen de bedrijfsvoering. Daarnaast vraagt dit fysiek onderhoud en ecologisch beheer. Deze inspanningen resulteren in behoud en verbetering van biodiversiteit, bodem- en waterkwaliteit en de algehele milieuprestaties van het bedrijf. Voorbeelden van deze inspanningen zijn;
    A. inachtneming van teeltvrije zones;
    B. gebruik van driftreducerende doppen;
    C. aangepaste gewasbeschermingsmiddelenkeuze;
    D. gebruik van kantstrooi-inrichtingen op bemestingsapparatuur.
  3. Sloten en slootranden leveren een bijdrage aan de bevordering van de biodiversiteit op het land en in en rond het water. Daarnaast leveren inspanningen een bijdrage aan de bevordering van de chemische en ecologische waterkwaliteit in het water. De zichtbare macrofauna neemt meetbaar toe.
  4. Het belang van de extra inspanningen en het beheer van sloten en slootranden ter bevordering van natuur en milieu, wordt onderkend door waterschappen en maatschappelijke organisaties zoals natuurbeschermingsorganisaties.
  5. De Europese Unie biedt lidstaten de mogelijkheid te kiezen voor sloten en slootranden als invulling van het ecologische aandachtsgebied. Eenvoud en controleerbaarheid van de opname in het Nederlandse perceelregister kan bereikt worden door opname van een forfaitaire breedtemaat, ongeacht de steilheid van talud, insteek, diepte en breedte van de sloot.
  6. In sloten en bij slootranden leven en overwinteren onder andere plaagonderdrukkende insecten. Zij gebruiken dit als uitvalsbasis.

De groene coalitie van Vogelbescherming Nederland, Natuurmonumenten, Landschapsbeheer Nederland, De 12 Landschappen, Milieudefensie en Stichting Natuur & Milieu stellen in hun advies voor de nationale invulling van het GLB dat ‘schoon en ecologisch gezond water een essentiële voorwaarde is voor natuur én economie’.

Waterschappen hebben een belangrijke taak in de realisatie van de doelstellingen die verbonden zijn aan de Kaderrichtlijn Water (KRW). Voor het behalen van deze doelstellingen zijn sloten en slootranden van onmiskenbaar belang. In Flevoland publiceerde Waterschap Zuiderzeeland recentelijk in nieuwsbrief nr. 3, november 2013;

“In 2012 is het Waterschap Zuiderzeeland begonnen met het versneld aanleggen van duurzame en natuurvriendelijke oevers. Inmiddels heeft het Waterschap Zuiderzeeland vanaf 2012 68,3 kilometer duurzame en natuurvriendelijke oevers aangelegd. Tussen 2012 en 2015 wordt in totaal 184 kilometer van deze oevers gerealiseerd. Duurzame en natuurvriendelijke oevers dragen bij aan de verbetering van de waterkwaliteit in de tochten van Flevoland en hiermee ook aan de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).”

Het Waterschap stelt in ditzelfde artikel dat onderzoek uitwijst dat de natuurvriendelijke oevers zorgen voor een verbetering van biodiversiteit, waterkwaliteit en waterbergend vermogen.

Het Waterschap stelt daarnaast dat de realisatie, het beheer en succes van de ecologische oevers mede mogelijk wordt gemaakt door de betrokken agrariërs. Uit het artikel blijkt dat voor een verdere verbetering van de waterkwaliteit en biodiversiteit het waterschap in sterke mate afhankelijk is van de inspanningen van én draagvlak onder boeren.

Sloten meetellen staat voor vergroening via de bedrijfsvoering. Een duurzame vorm van vergroening die past bij een vooruitstrevend land als Nederland.

De NAV onderschrijft bovenstaande visie van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt

NAV, 9 november 2013