Nationale invulling GLB stap in goede richting
‘De voorstellen van Staatssecretaris Dijksma voor de nationale invulling van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zijn een stap in de goede richting. Wel is er dringend behoefte aan een concretere invulling om te kunnen beoordelen of de individuele boer echt met de voorstellen uit de voeten kan,’ zegt bestuurslid Hans van Kessel van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV).
Een zo geleidelijk mogelijke overgang naar een gelijke hectarepremie kan rekenen op de instemming van de NAV. ‘Wij hebben hier steeds op aangedrongen om ruimte te creëren voor bedrijven met relatief hogere premies, waaronder bedrijven met veel zetmeelaardappelen, in de gelegenheid te stellen zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Via een tijdelijke en gedeeltelijke herkoppeling had de staatssecretaris kunnen voorkomen dat er de komende jaren een ongelijk speelveld ontstaat tussen bijvoorbeeld telers van consumptieaardappelen die een lage en anderen, ex-zetmeelaardappeltelers, die een hogere hectarepremie ontvangen. Van Kessel betreurt het ontstaan van een ongelijk speelveld. Tegelijkertijd meent hij dat de staatssecretaris alles in het werk moet stellen om te voorkomen dat bedrijven met een relatief hoge bedrijfstoeslag op grond van historische rechten door de stelselwijziging in de knel komen. Daarbij moet een tijdelijke herkoppeling niet worden uitgesloten, meent het NAV-bestuurslid.
De NAV is tevreden met de mogelijkheden die de staatssecretaris wil scheppen voor de invulling van de vergroening in Nederland. Landschapselementen, sloten, slootkanten, akkerranden, bufferstroken en eiwitgewassen kunnen onder de vergroening vallen en de staatssecretaris wil steun geven aan het ontwikkelen en uitwerken van duurzaamheidscertificaten. ‘De richting die Dijksma heeft gekozen spreekt ons aan en we zien het als een uitdaging met EZ op korte termijn tot een voor akkerbouwers werkbare invulling van de keuzes te komen. De NAV heeft geen enkele behoefte aan bureaucratische regelingen met papierenrompslomp en aan maatregelingen die achter het bureau leuk lijken maar in de praktijk niet werken’, verduidelijkt Van Kessel. Wat betreft de teelt van eiwitgewassen die kunnen vallen onder vergroeningsverplichtingen, denkt de NAV aan rijpgeoogste eenjarige stikstofbindende gewassen zoals erwten, kapucijners, lupinen en soja en aan meerjarige gewassen zoals luzerne. Ook andere gewassen zoals vezelgewassen, niet alleen vlas en oliegewassen (o.a. koolzaad) zouden onder de vergroening moeten kunnen vallen.
NAV, 9 december 2013