Supermarkten zwichten voor milieuorganisaties
Supermarkten Albert Heijn en Jumbo en milieuorganisaties Greenpeace en Natuur en Milieu willen samen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in aardappelen, groente en fruit terugdringen door 28 middelen te weren uit de teelt. Dergelijke afspraken over bovenwettelijke maatregelen zijn, zonder rekening te houden met boeren en tuinders, gedoemd te mislukken. De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) sluit zich aan bij de bezwaren die geuit zijn door LTO en NFO.
De NAV juicht duurzame teelt toe, maar vraagt zich af of de gekozen weg de juiste is. In Nederland worden gewasbeschermingsmiddelen pas toegelaten na een zorgvuldige beoordeling door een onafhankelijke instantie, het Ctgb. Daarnaast worden middelen door de Europese autoriteiten regelmatig herbeoordeeld. Als er enige twijfel is over reeds toegelaten middelen wordt er aanvullend onderzoek uitgevoerd zoals nu gebeurt bij effecten op omwonenden. Toen er risico voor bijen werd aangetoond door het gebruik van neonicotinoïden op bloeiende gewassen werden deze toepassingen direct verboden. Mede daardoor gaat het met de bijen de laatste jaren al aantoonbaar beter en is er nog nauwelijks sprake van sterfte als gevolg van het gebruik van insecticiden.
Hebben onze supermarkten dan geen vertrouwen in de wetenschappelijke onderbouwing van ons toelatingsbeleid of zijn Albert Heijn en Jumbo gezwicht voor milieuorganisaties die hun ledental terug zien lopen?
In Nederland wordt in vergelijking met veel andere landen al zeer duurzaam geproduceerd en zijn boeren al bewust bezig met minimaliseren van de inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Het verbieden van bepaalde middelen door supermarkten zal waarschijnlijk leiden tot meer gebruik van andere middelen om een voldoende opbrengst te behalen, met netto geen positief resultaat voor milieu en consument. Bovendien leidt een versmalling van het middelenpakket veelal tot resistentie tegen deze middelen en dus mindere werkzaamheid.
Wanneer aan uitsluitend de Nederlandse boeren nog hogere eisen worden gesteld dan er wettelijk al gelden wordt de concurrentiepositie voor onze boeren vrijwel onmogelijk en zullen er vervangende producten moeten worden geïmporteerd die aan veel lagere standaarden voldoen voor wat betreft gewasbeschermingsmiddelen. En wanneer de vrijhandelsverdragen TTIP en/of CETA onverhoopt doorgaan zullen er niet eens aanvullende eisen aan importproducten gesteld mogen worden. Consumenten hebben dan uiteindelijk minder voedselzekerheid en voedsel van een mindere kwaliteit tot hun beschikking dan nu en dat vindt de NAV niet gewenst.
De NAV gelooft niet dat de eventueel hogere vergoeding voor boeren die genoemd wordt door Jumbo een lang leven beschoren is, immers eerder werd de hogere vergoeding voor Milieukeur-producten als eerste geschrapt toen er een prijzenslag plaatsvond tussen supermarkten.
De NAV is bereid om mee te praten over hoe we de consument een nog gezonder product kunnen leveren, maar dan moet de discussie over gewasbeschermingsmiddelen openlijk gevoerd worden op basis van alle feiten en niet op basis van emoties.