Kan de akkerbouw al iets met ‘carbon banking’?
Onlangs trok de Rabobank de aandacht met het bericht dat ze per 1 maart een CO2 bank willen oprichten met Barbara Baarsma als CEO. Met deze bank wil de Rabo er aan meewerken om de opslag van CO2 tot waarde te brengen. In een interview met Food & Agri blijft Baarsma over de concrete invulling hiervan nog behoorlijk vaag.
Op zich is de landbouw de enige sector die naast dat we broeikasgasemissie veroorzaken ook daadwerkelijk CO2 kan vastleggen. En omdat het voor het tegengaan van de klimaatverandering erg belangrijk is om de emissie van broeikasgassen te beperken, kan het vastleggen van CO2 hierbij een belangrijke rol spelen. Een waarde toekennen aan het vastleggen van CO2, dus het belonen daarvan, kan een enorme stimulans zijn. In zoverre kan een initiatief om die waarde toekenning te faciliteren zeker helpen. Maar dan loop je ook meteen tegen het probleem aan: kun je nauwkeurig vaststellen hoeveel CO2 wordt vastgelegd? Want CO2 vastleggen belonen betekent ook dat iemand die beloning gaat betalen. En dan wil je wel weten waarvoor je betaalt. Tot nog toe is voor het nauwkeurig meten nog niet echt een oplossing.
We weten allemaal dat het organische stofgehalte een maat is voor de hoeveelheid organische stof in de bodem. We weten ook dat dit niet een heel stabiel getal is. Inmiddels wordt er in het kader van het Klimaatakkoord al een aantal jaren onderzoek gedaan om tot een meer concrete meetmethode te komen. Maar voorlopig is er nog niet veel zicht op dat hier snel een oplossing voor komt.
Als akkerbouwers weten we wel dat een aantal maatregelen gunstig werkt voor een verhoging van het organische stofgehalte in de bodem. En veel akkerbouwers zijn hier al lang mee bezig om de bodemgezondheid op peil te houden of te verbeteren. We weten dat het zo goed mogelijk inzetten van organische mest, het optimaal inzetten van groenbemesters en die zo lang mogelijk te laten staan en minder intensieve grondbewerking positief kunnen werken op het organische stofgehalte. En ook een minder intensief bouwplan, dus meer granen, waardoor ook weer meer ruimte voor groenbemesters en het telen van plantaardig eiwitgewassen positief werken op het vastleggen van CO2. De eiwitgewassen kunnen nog meer CO2 vastleggen dan bijvoorbeeld wintertarwe.
Met de huidige stand van de wetenschap lijkt het voor de akkerbouw voorlopig niet mogelijk om concreet de vastlegging te meten in ton CO2/ha. Om het vastleggen van CO2 in de bodem toch al te kunnen stimuleren, kunnen bovengenoemde maatregelen worden beloond. Een minder intensief bouwplan bijvoorbeeld levert de akkerbouwer een lager saldo op en om dit te stimuleren moet die opbrengstderving minimaal gecompenseerd worden. En door het Blair House akkoord weten we dat de teelt van de eiwitgewassen niet kostendekkend is. Door de mogelijkheid van gekoppelde steun via het GLB te benutten zou die teelt wel van de grond kunnen komen.
Alles bij elkaar staat Barbara Baarsma voor een enorme uitdaging om met deze ‘carbon banking’ ook voor de akkerbouwer mogelijkheden aan te reiken. Het moet meer worden dan alleen een verdienmodel voor de Rabobank. De NAV wil graag met Baarsma nadenken over concrete mogelijkheden voor de akkerbouw.