De NAV heeft een zienswijze ingediend op de Europese richtlijn voor mededinging in de landbouw. De landbouw kan worden uitgezonderd van de mededingingswetgeving wanneer er tenminste in de onderlinge afspraken één producent (boer) betrokken is en de duurzaamheid wordt bevorderd. Kort samengevat is de bedoeling van de richtlijn om helderheid te verschaffen waar en hoe de landbouw meer onderling mag samenwerken zonder problemen met de mededingingswet. Maar in alle 72 (!) pagina’s worden herhaaldelijk de woorden ‘waarschijnlijk’, ‘meestal’ en ‘mogelijk’ gebruikt, ook in de gekozen voorbeelden. Verder baart het de NAV zorgen dat duurzaamheidsafspraken alleen mogen worden gemaakt als ze niet in tegenspraak zijn met de doelen van het GLB, waarvan ook het eerste doel, behoud of verhogen voedselproductie, specifiek wordt genoemd. Wij hebben hierover opheldering gevraagd, want bijvoorbeeld het meer dan verplicht verminderen van de inzet van gewasbeschermingsmiddelen zal al gauw leiden tot lagere opbrengsten. Valt dat dan nog onder de uitzonderingen van de mededingingswet?

Wat ook belemmerend werkt volgens ons, is dat de samenwerkende partijen van te voren álle opties van activiteiten moeten bedenken en dan die activiteit moeten kiezen die het minste de mededinging vermindert. Maar hoe weet je of je álle opties hebt bedacht?

Verder lijkt er nogal wat willekeur in de beoordeling mogelijk: in een voorbeeld wordt gezegd dat bij een kostprijsverhogende maatregel van 40-60 ct. de afnemer wel 70 ct. extra mag betalen maar niet een euro. Wie bepaalt dat dan per geval?

En tenslotte: ook in dit document weer een niet-aflatend optimisme over de beïnvloedbaarheid van de consument: als je maar goed uitlegt wat duurzamer is, kopen de consumenten gegarandeerd liever het duurdere product. Ja ja. Onnodig te zeggen dat wij dit in onze zienswijze hebben betwijfeld.

 

Samenvattend: een goed bedoelde poging om boeren wat meer ruimte te geven in de mededingingsregels, maar dermate onduidelijk en complex dat wij niet denken dat boeren hier op grote schaal een toekomstperspectief mee kunnen ontdekken. De NAV is blij dat de EU ook ziet dat door de heftige concurrentie in de vrije markt op de laagst mogelijke prijs de verduurzaming van de landbouw sterk wordt belemmerd. De NAV denkt niet dat een beetje sleutelen aan die vrije markt dit gaat oplossen. Voor een versnelling van de verduurzaming en een beter verdienvermogen voor boeren is een effectief markt- en prijsbeleid nodig. De NAV nodigt de EU uit daarmee aan de slag te gaan en wil daar graag over meedenken.