Vorige maand hebben we u kort bericht dat het Europese Parlement heeft ingestemd met een afgezwakte versie van het voorstel van de Europese Commissie voor een Richtlijn Bodem. We gaan deze keer wat uitgebreider in op wat dit gaat betekenen voor de Nederlandse landbouw.

Wat houdt de Richtlijn in?

Kort samengevat (zie voor meer uitleg www.nav.nl/2023/09/europese-commissie-wil-grip-op-bodembeheer/) moet in de hele EU de bodemkwaliteit worden gemonitord en verbeterd. Daarbij schrijft de Richtlijn voor hoe deze monitoring plaats moet vinden. Elke lidstaat moet een meetnetwerk inrichten en data rapporteren. Daarbij wordt gewerkt met ‘bodemdistricten’ binnen een land, met homogene grondsoort, klimaat en landgebruik. Ook was in het oorspronkelijke voorstel opgenomen dat elke lidstaat een set van bodembeheermaatregelen mocht voorschrijven binnen algemene kaders zoals ‘geen verstoring bovenste laag’.

De NAV heeft een zienswijze ingediend. Wij hadden grote bezwaren tegen een aantal zaken, los van het feit dat we echt niet de meerwaarde inzien van een Europese Richtlijn op dit vlak. Onze belangrijkste bezwaren waren tegen het ‘one out all out’ principe, waarbij een bodem ‘slecht’ is als één van de variabelen niet volgens de norm is. Bij waterkwaliteit zien we dat daardoor inspanningen niet beloond worden en de kwalificatie ‘goed’ praktisch onhaalbaar is. Verder had de NAV bezwaar tegen de ruimte die elke lidstaat krijgt om de te monitoren variabelen aan te passen en tegen het feit dat de overheid zou gaan voorschrijven hoe we de bodem moeten beheren. Onze angst daarbij is, dat Nederland net als bij de waterkwaliteit strengere normen gaat hanteren dan andere lidstaten én dat het ministerie zonder agrarische kennis en achtergrond gaat voorschrijven wat akkerbouwers wel en niet mogen doen met de bodem. Zo was het oorspronkelijke plan duidelijk gericht op een algemeen verbod op ploegen in de hele EU. Andere lidstaten gaan in het algemeen wat meer uit van de belangen van landbouw en voedselproductie dan Nederland, dus de NAV zag de bui al hangen.

 Aanpassingen in Europarlement

Zowel de landbouwcommissie als de milieucommissie van het Europarlement hebben de Richtlijn besproken en amendementen voorgesteld. Daarna is de Richtlijn in het hele Europarlement besproken. Uiteindelijk is er vóór gestemd, maar wel met een aantal belangrijke aanpassingen op de oorspronkelijke plannen.

In de overwegingen om de Richtlijn in te stellen zijn een aantal zaken toegevoegd. Bodembiodiversiteit wordt nader gedefinieerd. Organisch materiaal wordt genoemd als zijnde van cruciaal belang voor bodemecosysteemdiensten. Er wordt een link gelegd naar het GLB. Lidstaten kunnen het aantal bodemdistricten zelf bepalen. Er komt een termijn van minstens 10 jaar om verbetering te bereiken. De EC moet drempelwaarden goedkeuren die de lidstaten aandragen, om een zo gelijk mogelijk speelveld te krijgen. Certificering voor landeigenaren wordt geschrapt. PFAS en microplastics worden meer expliciet genoemd als probleemstoffen die bij ophoping in de bodem de landbouw bedreigen. Verder wordt gesteld dat de Richtlijn geen verplichtingen voor individuen kan inhouden en dat lidstaten goed rekening moeten houden met lokale omstandigheden.

Bij de artikelen in de Richtlijn is een belangrijk lobbyresultaat dat het principe van ‘one out all out’ wordt geschrapt. Dus de bodem wordt niet, net als het water nu, afgekeurd op basis van één overschrijding van de norm. Daar zijn wij oprecht blij mee!

Uiterlijk 30 juni 2028 moeten de lidstaten de drempelwaarden voor bodemvariabelen aan de EC leveren. Zaak om goed op te letten dat Nederland hier niet uit eigen beweging extra zware eisen gaat stellen!

Belangrijk goed nieuws is voorts dat het hele artikel over vaststellen van bodembeheerpraktijken is geschrapt. Dit artikel was een doorn in het oog van de NAV! In de plaats ervan komt er een toolbox met maatregelen om landeigenaren te informeren, dat is echt iets anders dan alle starre voorschriften die er eerst dreigden te komen.

Toegevoegd is verder dat er een billijke vergoeding moet zijn voor landeigenaren bij ruimte beslag voor andere functies, waarbij dit ruimtebeslag wel geminimaliseerd dient te worden. En tenslotte: de hele paragraaf over sancties is geschrapt.

Bovenstaande waren amendementen die met name door Bert-Jan Ruissen van de SGP zijn ingebracht in de landbouwcommissie van het Europarlement en door het hele EP zijn overgenomen. Ook zijn er een aantal amendementen van de milieucommissie geschrapt, waarvan met name het schrappen van tussendoelen gunstig is.

 Conclusie NAV

Veel van onze bezwaren zijn geadresseerd in de nieuwe versie van de Richtlijn zoals aangenomen in het Europarlement. Vooral de dwingende voorschriften van bodembeheermaatregelen en de sancties waren zeer tegen onze zin. De NAV is wel van mening, dat het oppassen blijft voor de landbouwsector. Met name bij het vaststellen van drempelwaarden van de verschillen bodemindicatoren moeten we als sector scherp zijn dat niet weer hetzelfde gebeurt als bij de waterkwaliteit, namelijk dat Nederland de scherpste normen inbrengt en daarmee wel eens op de slechtste bodems van Europa zou kunnen blijken te liggen!

In deze gewijzigde vorm wordt de Richtlijn meer een monitoringssysteem dan een systeem wat tot dwingende maatregelen leidt. Dat is mooi, maar daarmee is de NAV nog niet overtuigd van de noodzaak om bodemkwaliteit Europees op te pakken. Zorgelijk is het in onze ogen dat de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn al zoveel beperkingen opleggen dat het steeds moeilijker wordt om de bodem gezond te houden.